07/11 Aankomst Havana
We zijn naar Schiphol gefietst. Het was een verrassend mooie tocht, ondanks dat het niet lukte de buien te ontwijken. Naar ons hotel, noordelijk van de luchthaven was het 62 km. We fietsten onder de opstijgende vliegtuigen door en gingen door een lange fietstunnel onder een landingsbaan door.
’s Morgens fietsten we naar de vertrekhal en pakten daar onze fietsen in de ter plaatse gekochte dozen.
De vlucht ging via Parijs en we landen 18:00 plaatselijke tijd op Havana. Daar stond de man van onze casa particulares al te wachten. Hij was gekomen met een minuscule Fiat zodat de fietsdozen, groter dan die hele auto, op het dak vastgesjord werden.
We keken onderweg onze ogen uit naar al die oude auto’s. We hadden niet verwacht dat het er nog zoveel zouden zijn! Meer dan de helft van het wagenpark is tussen de 50 en 70 jaar oud. Veel grote bakken maar ook stokoude kleine vierkante blikjes. En ze braken ouderwets zwarte uitlaatgassen. De eigenaren houden ze rijdend met veel reparaties. Dat moet creatief gebeuren met het weinige materiaal dat hier voorhanden is. De nieuwe auto’s die rondrijden zijn veelal door toeristen gehuurde auto’s, te herkennen aan de T voor het kenteken. Een nieuwe auto is voor de gewone Cubaan onbetaalbaar.
We worden hartelijk ontvangen door Yara, de eigenaresse van de casa. We moeten de fietsen van haar in het huis zetten zodat er niets vanaf gestolen wordt.
08/11 Havana
Onze 1e dag gaan we lopend Havana verkennen. Via de Malecon, de boulevard langs de zee, lopen we naar Havana Viejo. Dit is het oude stadscentrum met veel prachtige gebouwen uit de Spaanse koloniale tijd. Het oudste deel is gerenoveerd, maar hele wijken er omheen, zijn in zeer bouwvallige staat. Je kan nog wel zien hoe mooi het ooit geweest is. Alles is in Spaanse stijl met veranda’s, pilaren en ornamenten. Mensen hangen over balkonnetjes die elk moment op de passanten op straat neer kunnen storten. Er schijnt hier dagelijks een pand in te storten, deze gaten komen we ook tegen. Dit levert dan weer wat stutmateriaal op voor andere huizen. Het ziet er wel levendig en gezellig rommelig uit allemaal.
Iedere familie heeft na de revolutie het huis gekregen waarin zij woonden of een huis van onteigende kapitalisten. Flats of appartementen worden goedkoop gehuurd van de staat. Voor het onderhoud hebben veel mensen echter geen geld. Er wordt ook nauwelijks bijgebouwd want de meesten kunnen een nieuw huis niet betalen. Hypotheekzorgen zijn hier echter niet, want hypotheken bestaan niet in Cuba. Gezondheidszorg, kinderopvang en onderwijs is gratis. De meeste mensen zijn goed opgeleid, ondanks een gebrek aan de meest basale leermiddelen. Elektriciteit kost bijna niets en bijna iedereen heeft werk in deze socialistische staat. Maar de salarissen zijn ontoereikend om van te leven. Er is daarom ook een florerende zwarte markt van diensten en goederen. Deze spullen zijn vaak gestolen van het werk, van de staat dus. Iedereen doet het, dus is het normaal geworden om op deze manier je salaris wat aan te vullen.
We hebben euro’s gewisseld voor CUC’s, Cubaanse Peso Convertible. Een deel hiervan hebben we weer gewisseld voor CUP’s, Cubaanse peso’s. De CUC munteenheid is voornamelijk voor de buitenlanders. Het is een soort monopolygeld, want buiten Cuba is het niets waard. Met CUC’s kun je in de zogenaamde “dollar”winkels kan kopen. De meeste winkels zijn echter erg leeg, de inventaris past vaak helemaal in de etalage. En de staatswinkels zijn zo mogelijk nog leger. In de staatswinkel kan de cubaan met zijn bonnenboekje zijn dagelijkse portie basisvoedsel halen. Cubanen die CUC’s ontvangen van toeristen of buitenlandse familie hebben die geld geven dat ze naar CUC’s kunnen omwisselen, hebben dus meer mogelijkheden om aan voedsel en spullen te komen.
In restaurants moet je goed opletten. De prijzen staan in pesos en dit kan CUC’s zijn of CUP’s, dat weet alleen een Cubaan. Het scheelt wel een factor 24. Als de prijs in CUP’s is en je betaalt als argeloze toerist het bedrag in CUC’s dan betaal je dus 24x de prijs. Dat is echter nog steeds goedkoper dan Nederland, dus de schade valt mee. Vaak krijgen toeristen een aparte menukaart met CUC prijzen en dan betaal je op zeker meer dan de Cubaanse gasten, wat niet helemaal onterecht is natuurlijk. Bij het wisselen van dollars komt er 10% opslag op de wisselkoers, wat dus vooral ten nadele is van de amerikanen.
Natuurlijk hebben we een mojito gedronken in de beroemde La Bodeguita Del Medio. Daarna gegeten op een mooi plein met live salsa- en rumbamuziek. Opvallend hier is dat je nergens reclame ziet. Dat is verboden, een van de betere dingen van de revolutie wat ons betreft. De staat zelf maakt wél reclame, namelijk voor de revolutie. Langs de weg en op straat zie je grote afbeeldingen en spreuken van revolutionairen, zoals Jose Marti, Che Guevara, Fidel Castro en Emilio Cienfiegos.
Als je openlijk de revolutie bekritiseert , dan kan de wijdvertakte inlichtendienst je in het vizier krijgen en dat kan een probleem zijn. Je kan je baan kwijt raken en geen vergunning meer krijgen voor bijvoorbeeld een eigen winkeltje, casa particulares, een computer of een auto of een van de vele andere dingen waarvoor toestemming van de staat nodig is. Dissidenten belanden nogal eens in de gevangenis of erger.
We zijn met een taxi terug naar onze casa gegaan. De meeste taxi’s zijn grote antieke amerikaanse sleeën. Er rijden ook veel fietstaxi’s.
09/11 Havana
De 2e dag krijgen we van Yara weer een lekker ontbijtje. Ze heeft een dochter en die is met haar Cubaanse vriend een aantal jaren naar Amerika en zij geven daar salsalessen. Veel jongeren willen weg uit Cuba om het gebrek aan goederen en vrijheid te ontvluchten. Degenen met familie in het buitenland die hen steunen of zij die CUCs verdienen aan toeristen, hebben het relatief goed. Zij zijn ook de enigen die een reis naar het buitenland kunnen betalen.
Na het ontbijt zijn we met de fiets de stad in gegaan. Eerst naar een megagroot kerkhof vlakbij de casa. Het kerkhof lijkt een dorp, met autowegen tussen de rijen graven. Het zijn bijna allemaal familiegraven. De rijken, gestorven in de jaren vóór de revolutie liggen in gepleisterde huisjes, tempels en zelfs een kleine piramide met mooie beelden en ornamenten.
Op een marktje hebben we lekkere minibanaantjes gekocht. We hebben een echte Cubaanse lunch op van yukapuree met geroosterde stukjes buikspek. Met een fruitshake en ijs toe. Groente hebben we nog niet veel gezien tot nu tot nu toe.
Vlak bij onze casa hebben we nog even wat gedronken aan zee, op het terras van een oud fort. Havana ligt aan zee, maar langs de stad loopt een kademuur. Voor het strand moet je buiten de stad zijn.
10/11 Havana -> Soroa
Dag 3 verlaten we Havana. We hebben de chauffeur weer geregeld om ons de stad uit te brengen, zodat we geen halve dag hoeven zoeken naar de uitgang. We binden de fietsen op het dak van de Punto om te worden afgezet bij de afslag van de autopista. We rijden door de ambassadewijk. De amerikanen zijn een groot nieuw pand aan het bouwen. We komen ook langs de landgoederen van Fidel en Raoul Castro. De huizen zelf zijn niet te zien door het omringende groen. Alles wat zij eten komt van hun eigen landgoed, als preventie tegen vergiftiging.
Nu hoeven we alleen maar de A4 te volgen op de fiets en komen dan is het 65 km tot onze bestemming Soroa. Bij Havana is het nog druk op de autopista, maar hoe verder van de stad hoe rustiger en mooier het wordt. De auto’s rijden meest op de linkerbaan of in het midden. De rechterbaan is dus vrij voor ons. Die oude bakken rijden zowiezo niet erg hard, zodoende is het redelijk veilig fietsen.
Rechts komt een bergketen in zicht, maar de autopista blijft er gelukkig lekker plat naast liggen. We hebben voor de wind dus schieten we lekker op. Rond het middaguur brandt de zon stevig in op onze bezwete huid, maar later drijven er gelukkig wat wolken over.
Na 50 km komt het eerste eettentje pas in zicht. Het ligt er wel als een oase bij en we ploffen op het terras met een ijskoud blikje lime en een sandwich. Een uurtje later zijn we weer opgeladen voor het laatste traject. We fietsen nu door een groen eldorado, een enorme tegenstelling met Havana. Onze casa blijkt ook een prachtige plek met een mooie tuin.
We gooien onze spullen af en gaan op de fiets richting waterval waar je ook kan zwemmen. Heerlijk om je plakkerige lijf in het koude water te laten zakken. Het is een mooi tropisch bos hier en als in een echt eldorado staan er een paar cubanen verse pina-colada te maken, geserveerd in een kokosnoot. Uitkijkend op de mooie natuur drinken we er samen een leeg.
’s Avonds krijgen we heerlijk eten in onze casa. Er is live muziek van een Cubaan met zijn gitaar. De crew van het huis begint mee te zingen en dansen en wij worden achter onze borden vandaan getrokken omdat we mee moeten doen. Het klinkt leuk maar het was, mede door het geplaatste geldmandje, wel een beetje té gemaakt vertier.
Aangezien we hier, door aanwezigheid van veel toeristen, in een wat welvarender stuk Cuba zitten probeer ik het toch een keer: “hay wifi aqui?” Ik word vriendelijk uitgelachen. Voor iedereen die droomt van een tijdje offline zijn: this is the place to be.
11/11 Soroa -> Las Terrazas -> Soroa
Dag 4 gaan we na het ontbijt op de fiets naar Las Terrazas. Dit is een in de 70-er jaren gebouwd ecodorp. Een groep idealisten heeft destijds een gebied van 50 km2 waar oude verlaten koffieplantages opnieuw bebost. Er wonen 1200 mensen en zij leven zelfvoorzienend qua voedsel.
Het is een mooie fietstocht van 22 km maar wel bergop- en afwaarts. We gaan bij het pittoreske botenhuis zwemmen in het meer en daarna koffie drinken en wat eten op het terras. Het is een heerlijk plekje.
Er is een canope traject dus een uur later hangen we aan een zipline boven de boomtoppen.
We wandelen nog wat rond en nemen nog een duik. Daarna fietsen we weer 22 km terug. Door het vele stijgen en dalen kost dit, net als op de heenweg, twee uren. Het wordt al schemerig en de dieren zijn actief. Er steekt een kudde zwijnen over en we horen veel vogels en krekels. Het is donker als we arriveren in onze casa.
De zoon van de casa kijkt met bewondering naar onze fietsen. Hij laat ons zijn eigen fiets zien. Het is een stokoud brikkie met een volledig versleten voorband. Achter heeft hij wel een nieuwe maar hij heeft nu geen geld meer voor een tweede. Zijn remmen doen het ook niet. Willem weet deze echter te repareren en de zoon is dolblij dat hij weer kan remmen. Aan alles is een gebrek hier, ook aan fietsen en onderdelen. Wat er wel is dat komt uit China en is van slechte kwaliteit.
Toch zijn we ook al enkele elektrische brommers tegen gekomen, ook uit China en ze kosten hier rond 2000 CUC, ongeveer 2000 euro. Slechts voor een enkeling betaalbaar dus. Electriciteit is voor de Cubaan veel goedkoper dan benzine waardoor de e-brommer of scooter een logische keuze is.
Het eten hier is heel goed en we krijgen weer een heerlijk avondmaal. Het voelt wel decadent om zo goed te eten terwijl de meeste Cubanen met hun bonnenboekje in de rij moeten staan bij de staatswinkel voor een karig voedselpakket.
12/11 Soroa -> San Diego de los Banos
Dag 5 vertrekken we naar St Diego de los Baños, 53 km fietsen. Het eerste stuk gaan we over de autopista. De snelweg is hier voor iedereen: auto’s en vrachtverkeer, paard en wagen, fietsers, wandelaars, ossenkarren, pindaverkopers en lifters. En als je aan de overkant moet zijn dan steek je gewoon over. Liften wordt veel gedaan door mensen zonder eigen vervoermiddel of om de overvolle bussen te mijden. Er staat een geïmporteerde Connexxion bus met panne. Een deel van de mensen wordt overgeladen in een veewagen, maar dan is de bus nog steeds overvol. Veewagens volgepakt met mensen is hier een normaal verschijnsel.
Onderweg komen we langs een militaire standplaats. Er klinkt vrolijke muziek en we horen lachende mensen. Tussen de bomen door zien we een zwembad. Iets verderop spreek ik een man die staat in iets dat lijkt op een verkooppunt maar er is niets te koop. Ik vraag hem of hij niet naar de fiësta moet en wijs naar de party van de militairen. Nee, dat zijn privileges voor degenen die voor “ the boss” werken. Hij grijpt mijn vraag wel aan om uitgebreid te klagen over zijn situatie.
In St Diego hebben we een hotel geboekt omdat we hier geen Casa particulares konden vinden op internet. We worden echter meteen aangesproken door een jongen die ons naar een casa wil brengen. Jammer, het hotel is al betaald. Hotels hier zijn allen staatsbezit,
Er rijden hier veel paardenkarren rond, een efficiënt vervoermiddel. Wie dezelfde kant op moet kan meerijden.
Op straat worden we aangesproken door een man in een fietsshirt. Hij vertelt ons spontaan dat het merk van onze fietsen “Idworx” opgericht is door de zoon van de eigenaar van Koga Miyata, heel bijzonder want dat weet haast niemand. Hij is docent op de universiteit hier en omdat hij leergierig is leert hij uit boeken die hij gekregen heeft van diverse mensen. Hij rakelt allerlei kennis op over Nederland. Hij noemt de grote steden op en kent de geschiedenis van Piet Hein en van Michiel de Ruyter, Hij weet wat de Flevopolder is en Kinderdijk, Ik roep “Elfstedentocht” en hij beantwoordt meteen met “Stavoren, Harlingen” enz. Hij weet ook dat je deze tocht kan schaatsen en fietsen. Hij kent Nederlandse wielrenners en ga nog maar even door. En dat is dan alleen nog zijn kennis van Nederland, Het is een vermakelijk gesprek.
We wandelen door het dorp en naar het bos achter de rivier. Er loopt een pad door het bos maar dit is zo moeilijk begaanbaar dat we het opgeven. We worden op de koffie gevraagd door een man die naast het bos woont, Deze Cubaan spreekt goed Engels want hij werkt als artiest aan de kust om de toeristen te vermaken. We hebben een gesprek over de situatie van Cuba en over de overwinning van Trump.
De Cubanen hebben weinig vertrouwen in de intenties van de Amerikanen. wie de president ook mag zijn.
We gaan nog even langs een agricultura waar ze vooral fruitbomen hebben. Er wordt ook houtskool gemaakt door hardhout te verbranden.
We lopen terug naar het dorp en daar komen we een Cubaan tegen die wel een paar goede sigaren wil verkopen aan ons. Maar eerst moeten we bij hem thuis komen kijken hoe zijn oude vader deze maakt, De man heeft meer dan 50 jaar in een sigarenfabriek gewerkt en hij laat vakkundig zien hoe je met de hand een mooie sigaar draait. Willem proeft hem en hij is van goede kwaliteit,
Na de sigaar drinken we nog wat en halen dan onze handdoek op om naar de baños te gaan. Dit is een medicinaal zwavelbad. Je mag er maximaal 25 min in want het is licht radioactief. We moeten een lange gang door die ons een paar meter ondergronds brengt naar een verlaten bad in een kale betonnen ruimte. We zijn alleen dus kunnen er zonder badkleding in. Onze spieren ontspannen zich heerlijk.
Na het bad eten we in het hotel het bekende cubaanse eten: rijst met zwarte bonen. wat salade. en kip of vis. Het smaakt goed, maar wel wat saai. Kruiden worden hier bijna niet gebruikt.
In bed horen we lekkere muziek uit het dorp komen. Het is zaterdag en eigenlijk zouden we er op af moeten gaan. Maar de vermoeidheid wint het, achteraf jammer want we zijn nu zeker een leuke avond misgelopen. Cubanen maken er namelijk op straat graag een feestje van met lekkere muziek waarop gedanst wordt, En dansen dat kunnen die cubanen wel met hun soepele lijven.
13/11 San Diego de los Banos->Vinales
Dag 6 fietsen we naar onze volgende bestemming: Vinales. De fietstocht is leuk, we fietsen door mooi landschap en levendige dorpjes. We stoppen bij een ijstentje waar het druk is. Het is zondag en veel mensen komen met hun kinderen een ijsje kopen. Halverwege de 70 km krijg ik wel veel last van de warmte. Er is geen wolkje te bekennen en we moeten steeds meer klimmen en dalen, wat met bepakking hard werken is.
Vinales blijkt een druk toeristenoord, dat is even wennen. In de gereserveerde casa worden we weer allerhartelijkst ontvangen. Deze mensen spreken alleen spaans, dus we kunnen goed oefenen hier. We nemen een douche om op te frissen. Er hangt hier een typisch Cubaanse douchekop met een electriciteitsdraadje erheen. Het water wordt in de douchekop zelf opgewarmd. We zien een flits als we de kop naar de warmtestand draaien.
’s Avonds gaan we naar het plein waar in het midden een man naar een beeldscherm tuurt en hiermee stevige salsa en rumbamuziek uit een paar grote speakers het plein over blaast. Het wordt steeds drukker en de Pina-colada en Cuba-libre maakt de lijven los zodat steeds meer mensen gaan dansen. We proberen de salsa en rumba-pasjes en meteen komt een cubaan naast ons om het voor te doen. De basispasjes blijken heel eenvoudig al blijft Willem over zijn teenslippers struikelen. Het gaat er vooral om de juiste erotische swing erin te krijgen, zoals die cubanen dat zo goed kunnen. De man blijkt dansleraar en nodigt ons uit om morgen een les te volgen. Dat lijkt ons wel leuk. De muziek gaat nog door tot middernacht en we hopen de komende avonden ook.
14/11 Vinales
Dag 7 gaan we eerst geld wisselen bij de bank. De eurobiljetten worden een voor een gekeurd en de nummers genoteerd. Het paspoort moet ook getoond. Eén biljet wordt afgekeurd wegens een minuscuul scheurtje. We krijgen vervolgens een stapel voddenbriefjes Cubaans geld.
Op de fiets gaan we de vallei verkennen. We kopen in het dorp enkele flessen water in een café want in de winkels zijn ze op en het kraanwater is in dit gebied niet drinkbaar. We kijken nog in een winkel waar je alleen met CUC’s betalen kan. Dat is dan de winkel waar nog wat te koop zou moeten zijn maar heel veel meer dan frisdrank, alcohol en enkele schoonheidsproducten is er niet. We hebben te weinig zonnebrand bij ons, dit gaat nog een probleem worden.
We zijn erg blij dat we onze fietsen bij ons hebben en we fietsen de mooie vallei door, heuvel op en af. Het verkeer is veilig in Cuba, de wegen tot nu toe goed al moet je beducht zijn voor flinke gaten in het wegdek. De verkeersborden zijn authentiek, want handgeschilderd. Je krijgt wel regelmatig grote zwarte wolken uitlaatgassen over je heen, je moet erop kauwen voor je het door kan slikken.
We maken ook nog een erg mooie wandeling naar een uitkijkpunt. Hoewel we een goed ontbijt op hebben, moeten we hier wel heel de dag op leven. Het enige dat we onderweg tegenkomen is een cafetaria. Maar de patat is al jaren op, er is alleen frisdrank en bier. We ontmoeten een Amerikaanse vrouw die schrijfster is en heel de wereld al rond heeft gereisd in haar eentje. Nu Trump president wordt, wil ze haar eigen land liefst mijden en ze gaat op zoek naar vrijwilligerswerk in Argentinië. Dit jaar zijn pas de eerste commerciële vluchten vanuit Amerika naar Cuba uitgevoerd sinds het embargo.
Aan het eind van de middag zijn we terug in Vinales en ploffen uitgehongerd op het terras van een restaurant. Helaas zijn we te laat voor de salsales.
In onze casa krijgen we lekkere koffie terwijl we op het platte dak naar de ondergaande zon kijken. Raquel heeft onze was gedaan. Ze maakt dolgraag een praatje met ons want ze komt het dorp nooit uit. Hoewel we ons onderweg goed redden met ons spaans lukt een gesprek voeren toch niet goed. Dat is echt heel jammer, want we zijn steeds meer gefascineerd door hoe men hier leeft en overleeft. Raquel en haar man zijn bezig de casa uit te bouwen om nog wat meer toeristen te kunnen laten logeren. Dit is echter een langjarig traject. Steeds is het geld op of is er geen materiaal. Zij zijn beiden architect en hebben volop werk in dit stadje waar extra gebouwd en gerenoveerd wordt wegens het toenemende toerisme. Maar met de salarissen hier blijf je toch arm. En dan hebben zij het door het toeristengeld nog relatief goed. We gaan ons steeds meer schamen voor onze rijkdom.
15/11 Vinales
Dag 8, vandaag hebben we een tourtje geboekt naar een bounty eiland: Caya Levisa. Onze snorkelspullen nemen we mee, want dat moet daar mooi zijn. Met de bus en de boot zijn we 3 uur onderweg en landen dan aan op het eiland. Er is een hagelwit strand, parasolletjes van palmbladeren en een blauwe zee. Het is bewolkt, maar het trekt vast nog wel open. We gaan meteen snorkelen. Er blijkt echter niet veel te beleven onder water. De lucht is intussen donkergrijs en terwijl we op onze ligbedjes liggen begint het te spetteren. We gaan dus eerst maar lunchen. Terwijl we eten gaat het harder waaien en regenen. We zitten droog maar het wordt wel koud. De rest van de middag blijft het zo. Na al dat mooie weer hebben we hier totaal niet op gerekend…we hadden echt een wat andere voorstelling van deze dag. Tja, dat krijg je zonder internet en buienradar. We gaan nog een keer zwemmen en snorkelen. Ik zie nu verschillende gekleurde visjes en enkele heel grote zeesterren.
‘s avonds eten we in onze casa. Raquel heeft weer enorm haar best gedaan en we krijgen veel meer dan we op kunnen eten. De kleine televisie staat aan en we krijgen een inkijkje in de door de staat gecontroleerde uitzendingen. Dit is dus veel propaganda voor de revolutie en veel negatieve berichten over vijand Amerika. De Cubanen worden hiermee als kind op school al geïnfiltreerd. Amerika krijgt de schuld van alles wat hier niet goed gaat. Dat komt altijd door het embargo en uiteraard niet door de regering. Er komt een hele uitzending voorbij van de slechte dingen die Amerika heeft gedaan, zoals de Vietnamoorlog en Watergate. In de volgende uitzending zien we oude beelden van Fidel die een ziekenhuis bezoekt en Raul die op een plein een menigte Cubanen toespreekt.
Verder is er wat onschuldig vermaak zoals soaps. Een eigen antenneschotel is verboden. Er zijn enkele kranten, waaronder de partijkrant “El Granma”, genoemd naar de boot waarmee destijds Che en de beide Castro’s aangeland zijn in Cuba om hier dictator Batista te verdrijven. Alle media wordt gecontroleerd door de staat. TIjdschriften en boeken zie je ook nauwelijks, je ziet eigenlijk geen Cubaan die iets aan het lezen is. In kiosken zie je alleen literatuur gerelateerd aan de revolutie. De infrastructuur voor internet is er nog zeer beperkt en toegang is te duur voor de meeste Cubanen. Voor een aansluiting heb je permissie nodig van de autoriteiten. Op centrale plaatsen kan je een kraskaart kopen met een code voor wifi. Degenen met een smartphone, kan voor 2 CUC een traag uurtje het internet op. Internet, email en smsjes worden ook gecensureerd.
We eindigen de dag in een club op het plein met live salsamuziek.
16/11 Vinales
Dag 10, onze laatste in Vinales, wandelen en fietsen we nog wat in de omgeving. Er hangen weer veel gieren in de lucht, ze vliegen laag over en je kan de kromme snavel in het roze kopje zien. We zwemmen in een enorm groot meer. Hieruit wordt het drinkwater van Vinales gepompt. Het wordt wel gezuiverd, maar smaakt vies.
‘s Avonds eten we in onze casa op het dakterras onder de sterrenhemel.
We pakken onze spullen alvast in want morgen vertrekken we naar Trinidad.
17/11 Vinales -> Havanna->Trinidad
Dag 11. Na het ontbijt nemen we afscheid van deze superhartelijke familie. We krijgen een stevige omhelzing van Raquel en fietsen naar het centrum. De fietsen gaan onderin de bus en we vertrekken precies op tijd. In Havana hebben we een overstap.
We drinken en eten wat en in dit tentje zien we voor het eerst blikjes echte Coca Cola. Mogelijk is dit de eerste zending na de toenadering van Amerika?
De Viazul bus naar Trinidad komt eraan en onze fietsen worden niet zachtzinnig onderin de bus gegooid. Viazul rijdt op de toeristische trajecten en hiervan maken zowel toeristen als Cubanen gebruik. Stipt op tijd zijn we 6,5 uur later in historisch Trinidad. De gewone bussen zijn minder betrouwbaar. Men moet maar afwachten of en hoe laat deze komt, maar ze zijn wel heel goedkoop.
We zoeken door de donkere maar gezellige straatjes naar onze casa. Fietsen is hier niet mogelijk, de belgische kasseien zijn er niets bij. We gaan meteen nog even het stadje in om te eten en rond te kijken. Overal is muziek en het barst hier van de toeristen.
18/11 Trinidad
Dag 12 gaan we na het ontbijt een rondje door de stad wandelen. Je waant je echt een eeuw terug in de tijd. Paardenwagens rijden over de kasseien. Mensen hangen rond voor kleurige huisjes. Hier een daar een stalletje waar vlees of fruit wordt verkocht. En veel restaurantjes en cafeetjes. We lopen de bieb binnen. De boeken in de stellingen zijn oud en bruin uitgeslagen.
De waterleiding is op veel plaatsen stuk en het drinkwater loopt gewoon over straat. De bewoners spreken er schande van dat het niet wordt gerepareerd. In plaats daarvan komt er een grote watertank aanrijden en kunnen mensen emmers komen vullen.
We maken een praatje met een sjofele oude man die een sigaar zit te roken. Hij spreekt zowaar goed engels. Hij vertelt dat hij jarenlang militair is geweest en ook voor Cuba in Afrika en in Rusland heeft gediend. Hij spreekt ook nog Russisch. Daarna heeft hij als docent Engels gewerkt en nu is hij 65 en met pensioen. Omdat dit ontoereikend is, verdient hij wat bij met muziek maken en enkele uren Engelse les geven. Vrouwen gaan al met 60 jaar met pensioen.
We zijn het boek “De ritselaars van Havana” aan het lezen, dat een beeld geeft van het leven van de Cubanen dat de meeste toeristen niet zien en wat je niet snel te horen krijgt als je er niet naar vraagt. We stellen veel vragen aan de man en krijgen zo bevestigd dat men hier inderdaad in een totalitaire staat leeft waarin alles wordt gecontroleerd, veel mensen met moeite aan hun eten komen en het land verlaten zo goed als onmogelijk is. Als dit geen eiland was geweest dan waren velen al vertrokken, maar de zee doet dienst als Berlijnse muur. Toch heeft Raul Castro de teugels iets laten vieren sinds 2011. De mensen mogen nu een gsm en computer bezitten. Ook is het gemakkelijker om een eigen bedrijfje te starten. En ze mogen nu ook naar het buitenland reizen, maar de meesten kunnen dit helemaal niet betalen. Voor degenen die aan CUC’s kunnen komen wordt het leven wel wat beter, dat verschil kun je zien in de toeristengebieden.
De man is is nog wel redelijk positief over Fidel Castro. Hij heeft de tijd van dictator Batista nog meegemaakt en dat was zo erg dat Fidel veel krediet heeft. Tijdens Batista waren de mensen arm, hongerig en analfabeet terwijl de kliek kapitalisten en de mafia het wel breed lieten hangen met decadente feesten. Hij hoopt dat het niet te lang duurt voor de Castro’s dood zijn en er mogelijk verandering komt.
‘s Middags zijn we de stad uitgefietst naar La Boca en Playa Ancón. Een prachtig fietstochtje waarbij je onderweg in mooie baaitjes kan zwemmen en snorkelen.
‘s Avonds wandelen we het centrum in en overal klinkt vrolijke livemuziek. Op het plein wordt gedanst. De toeristen drinken tropische cocktails en de Cubanen pure rum want dat is hier de goedkoopste drank.
19/11 Trinidad
Dag 13. We slenteren weer wat door Trinidad. We gaan eerst een flesje shampoo brengen naar Bertha. Deze vrouw spraken we gisteren en zij vroeg of we shampoo, badschuim en wasmiddel voor haar hadden. We kunnen onze miniflesjes niet missen maar in de casa kregen we een klein flesje shampoo dat we haar geven. Ze is er dolblij mee. We moeten bij haar binnenkomen. Ze vertelt dat deze producten In de staatswinkel vaak niet beschikbaar en in de dollarwinkels onbetaalbaar. De bevolking ontvangt een maandsalaris van de staat van 220 pesos. Dit is nog geen 10 euro. Het flesje dat we haar geven kost in de dollarwinkel 1 CUC, gelijk aan 24 pesos, dus meer dan 10% van het maandsalaris. We willen graag meer met haar praten maar kunnen haar te slecht verstaan. Na een omhelzing vertrekken we.
We beklimmen een heuvel waarop de radiomast staat voor Trinidad. Hier hebben we een mooi uitzicht over de stad en de bergen. Daarna gaan we op zoek naar het mini winkelcentrumpje dat hier in de stad moet zijn, want ze schijnen daar yoghurt te verkopen. Er zijn een stuk of vijf heel kleine CUC-winkeltjes. In de winkel met eten staat een fles italiaanse olijfolie voor 17 CUC, ofwel 2 maandsalarissen van een cubaan. De yoghurt blijkt alleen in een 5 liter emmer verkrijgbaar. Niet zo handig op de fiets, dus die laten we maar staan.
Er is een heel klein kledingwinkeltje waarvoor enkele cubaanse meiden staan te wachten. Er mogen er steeds maar twee tegelijk naar binnen. Uiteraard kunnen alleen cubanen met toegang tot voldoende CUC’s hier kopen. We vragen ons af waar de rest van de cubanen hun kleding vandaan haalt. Behalve winkeltjes met souvenirs zijn er helemaal geen winkels te bekennen.
Er waren vandaag ook diverse vrouwen die ons om kleding vroegen. Om hun waardigheid nog enigszins te behouden, zeiden ze dat dit voor hun kinderen, of voor hun vader was. Zover hebben de Castro’s het hier dus laten komen, de bevolking die moet bedelen bij de toeristen.
We gaan een ijssalon binnen en moeten meteen bij de ingang het aantal gewenste bolletjes afrekenen. We betalen 3 CUC voor ieder 2 bolletjes. Keuze blijkt er niet te zijn en even later worden twee schoteltjes gebracht met vanillekleurig ijs. Bolletjes zijn het niet, eerder twee eetlepels. De cubanen betalen duidelijk een stuk minder, want die hebben veel meer bolletjes op hun bord. We zitten in deze staatswinkel duidelijk het regime met ons geld te spekken.
We fietsen weer naar de kust voor een snorkelduik. We hebben een goede plek gevonden want de onderwaterwereld is heel mooi hier met koraal en gekleurde vissen.
Als we op onze handdoek liggen komt er een leguaantje van ongeveer 15 cm aanscharrelen. We gooien een stukje banaan dat hij meteen opeet.
20/11 Trinidad -> Rancho Luna
Dag 14 staan we 6 uur op. We hebben de man en vrouw van de casa kunnen overhalen een vroeg ontbijt te serveren. Luisterend naar de muziek en het rumoer van nachtelijk Trinidad zijn we toch redelijk op tijd in slaap gevallen, want we hebben een tocht van bijna 80 km voor de boeg naar Rancha Luna.
We omhelzen de lieve mensen van de casa en fietsen even later over een mooie rustige weg door een mooi landschap. Rechts een bergketen en links de zee. Het eerste traject is vlak dus we hebben al snel 40 km gefietst. Boven ons hoofd cirkelen weer vele gieren laag over. Net als de Cubanen zijn zij er blijkbaar van overtuigd dat we halverwege een dergelijke fietsafstand wel uitgeput ter aarde zullen storten. De cubanen wachten liever een paar uur op een bus die misschien komt dan dat ze gaan fietsen. Maar met het soort fietsen waar ze het mee moeten doen is die keuze ook wel weer heel legitiem. De fiets wordt hier vooral voor de korte stukjes gebruikt. Ze zien wel dat onze fietsen van een betere kwaliteit zijn en willen weten wat deze kosten. We liegen de helft er maar af en noemen 2000 euro/CUC.
Met tegenwind moeten we het laatste deel klimmen en dalen en arriveren halverwege de middag bij Casa Larabi. De eigenaar is een marrokkaan die in Luik heeft gestudeerd en in Canada als arts heeft gewerkt en nu hier nu met zijn Cubaanse vrouw van de verhuur van de casa kan leven. We schatten hem nog geen 50. Het huis is prachtig, met twee dakterrassen die overdekt zijn door een zee van lila bloemen en het ligt op enkele minuten lopen van zee. We gaan daarom eerst maar eens ons vermoeide en bezwete lijf in het lauwe zeewater dompelen. Met de snorkel op bekijken we het leven onderzee. Er is niet veel koraal maar wel mooie gekleurde vissen.
Als we onder een parasol van palmbladeren liggen, lijkt de fietstocht al weer iets van lang geleden. Terug in de casa krijgen we een voor Cubaanse maatstaven decadente maaltijd op het dakterras. Er wordt zelfs een fles Spaanse wijn open getrokken.
Ook het ontbijt op het dakterras met zicht op zee en de opkomende zon, is zeer uitgebreid en lekker. De man maakt zijn eigen kaas, honing, mangopuree en natuurlijk verse fruitsap en fruitsalade. We eten alles op want we hebben weer veel energie nodig voor de komende 72 km fietsen. We rekenen 90 CUC af hier, zo’n 10 maandsalarissen van de gewone Cubaan. Rare wereld hier in Cuba.
21/11 Rancho Luna -> Playa Giron
Deze 15e dag fietsen we naar de haven en de boot die we nodig hebben om de baai over te steken, vertrekt net, maar gelukkig komt hij terug voor ons. We nemen vandaag op de gok een verkorte route over een onverharde weg, anders moeten we er 20 meer fietsen en ook nog door de heuvels. Een man te paard wijst naar een zijpad en ratelt een heleboel onverstaanbaar Spaans. Het woord “No” leek er niet in voor te komen, dus gaan we vol goede moed het mooie landweggetje in. Later komen we vlak langs de kust te fietsen. Het pad is redelijk te fietsen en we rijden door een tunnel van overhangende bomen, dus heerlijk koel.
We fietsen zo een kilometer of 40 met slechts één tegenligger, een paardenkar. Halverwege komen we langs een piepklein dorpje van zo’n 100 inwoners. Na het dorp is het zandpad meer een weg geworden, maar wel een heel slechte. We zitten te shaken op onze zadels en slingeren van de ene naar de andere kant om de grootste hobbels te ontwijken.We verlangen naar het streepje geel van onze route op de kaart, waar we eindelijk weer asfalt krijgen. Maar helaas, dit asfalt is ook al van slechte kwaliteit.
Eindelijk komen we ons dorp Playa Giron ingehobbeld. We stoppen bij een koffiekraampje voor ons eerste bakkie sinds het ontbijt. Het is gesuikerde koffie. Die Cubanen consumeren echt veel suiker. Heel veel mensen hebben nogal wat kilo’s te veel aan hun lijf.
We komen aan in de casa van Ivette en Ronel en krijgen een mooie kamer. We gaan ons weer schoonspoelen in zee en ook hier is weer een mooie onderwaterwereld te bewonderen. Het barst ook van de zee-egels en ik ga in een grote staan die meteen zijn scherpe puntjes in mijn voetzool achterlaat.
Er is een compleet vervallen staatsresort aan het strand met een hotel en stenen huisjes. Het hotel doet nog dienst maar de huisjes zijn van alle bruikbare bouwmaterialen ontdaan. Er is een afgebrokkeld leeg zwembad en een half ingestort amphitheater. Toen er nog geen particuliere casa’s waren toegestaan, was dit een van de plekken waar toeristen mochten verblijven, all inclusive zodat ze niet te veel de bevolking konden beïnvloeden.
We eten weer lekker en praten buiten onder een mooie sterrenhemel nog een poosje met de nachtwaker. Hij is gepensioneerd visser maar moet zoals ieder ander nog wel wat bijverdienen om rond te kunnen komen.
Hij antwoord gereserveerd op onze vragen. Niet verwonderlijk in de stille nacht met oren achter de open ramen.
22/11 Playa Giron -> Playa Larga
Dag 16 hebben we een gemakkelijk fietstochtje van 35 km rond “Varkensbaai” naar Playa Larga. We bezoeken eerst nog het museum met een expositie over de 3- daagse strijd die hier is gevoerd in 1961 toen de Amerikanen hier binnenvielen om de macht weer terug te pakken van de revolutionairen. Amerika steunde destijds de verdreven dictator Batista en zijn handlangers die nu als ballingen in Florida woonden. De Cubanen wisten deze inval echter af te slaan. Het Cubaanse volk steunde toen nog massaal Fidel Castro als held, omdat hij in de beginjaren door de herverdeling de mensen uit de armoede en het analfabetisme haalde.
Onderweg fietsen we langs wat mooie snorkelplekken. Het water is kristalhelder en je kan tot meer dan 20 m diep alles zien. Het is prachtig.
In Playa Larga blijkt onze casa Hostel Velera pal aan het strand te liggen. Het dorp hier staat, net als de vorige, helemaal vol casa’s particulares. In tegenstelling tot wat we in Nederland hoorden, kan je toch nog makkelijk op de bonnefooi naar Cuba. Het aantal casa’s is explosief gegroeid in de toeristenplaatsen.
We zitten met een ander Nederlands stel in de casa. Na het eten kletsen we nog wat en gaan daarna vroeg slapen. Morgen gaan we het eerste traject van de 110 km naar Varadero fietsen.
23/11 Playa Larga -> Jovellanos
Op deze 17e dag zitten we 8:00 op de fiets en het eerste deel van de route gaat door een groot moerasgebied. Er is hier een krokodillenfarm waar krokodillen worden gefokt waarvan 10% wordt uitgezet in het moeras, hun oorspronkelijke habitat waar ze in de tijd van Batista door de bevolking werden bejaagd om als voedsel te dienen. Fidel heeft de laatste krokodillen gered en met deze dieren is na jaren de populatie weer op pijl gebracht. Nu wordt ook weer een deel als vlees verkocht en gegeten. We hebben het echter nergens op de kaart zien staan.
We zien onderweg nog een troep papagaaien in de bomen zitten.
In een dorpje kopen we een softijsje, aan ijs lijkt hier geen gebrek. We betalen hiervoor nu omgerekend 8 eurocent in Nationale pesos, een heel andere prijs dan in de toeristenplaatsen.
De route wordt daarna vrij saai. Er waait een stevig tegenwindje, maar de weg is vlak en de zon achter de wolken. We zien voor het eerst een vrij uitgestrekt agrarisch gebied. Er zijn veel citrusgaarden, bananenplantages, een aantal plastic kassen en een kippenfarm. We picknicken onder de sinaasappelbomen.
Na 70 km komen we in het stadje Jovellanos en daar willen we overnachten. We hebben niets gereserveerd omdat dit traject niet in onze planning zat. We vragen rond naar een casa particular en worden verwezen naar een roze huis. Hier zien we het vignet van casa particular in het rood. Dat betekent dat daar uitsluitend cubanen mogen logeren, maar een andere casa is er niet. We worden naar binnen geloodst door de eigenaren en vervolgens leggen ze ons met zachte stem uit, in onverstaanbaar spaans, iets over een neef in Holanda. Ze maken er bezwerende gebaren bij en we begrijpen dat we kunnen blijven maar dat het illegaal is en we ons voor moeten doen als bekenden van de neef, of zo iets. En we moeten morgen zo vroeg mogelijk weer vertrekken. We vragen nog wat gegevens over de fictieve neef, want ons alibi moet wel een beetje kloppen.
Voor de zekerheid gaan we maar niet meer naar buiten, we willen de mensen niet in problemen brengen. Als de autoriteiten er achter komen dan zijn ze op zeker hun vergunning kwijt. De verplichte uitgebreide paspoortregistratie, die elke casa binnen 24 uur aan de autoriteiten moet overdragen, blijft nu uit. Onze voornaam wordt op een kladje gezet.
We zijn nu in het echte Cuba zijn beland, zonder toeristen. Maar het is blijkbaar niet de bedoeling dat je van de gebaande paden gaat, dan verliezen de autoriteiten de controle.
De vrouw begint af en toe een praatje maar ze kan net zo goed chinees praten want het is onverstaanbaar. We begrijpen met veel moeite dat ze ons naar een restaurantje zal brengen. Daar eten we een verrassend lekker maaltje met garnalen en we rekenen slechts de helft af van wat we gewend zijn.
De kamer is klein en aftands maar ziet er wel netjes uit. Er ligt zelfs een condoom klaar en er hangt een spiegel boven het bed, dát hadden we dan weer niet in de toeristenplaatsen. Er zijn geen ramen dus de loeiende airco zal aanmoeten voor wat frisse lucht. Deze maakt echter zo’n ongelooflijk kabaal dat we hem maar uit laten en de deur op een kier zetten. De airco’s en ventilatoren in Cuba kunnen aan en uit, meer niet. De tussenstand-knoppen zijn verdwenen of werken niet.
24/11 Jovellanos -> Varadero
Dag 18. We staan om 6:00 op en krijgen een lekker ontbijt. We zitten vroeg op de fiets en kijken ons ogen uit in dit stadje. De brede straten tussen de verkrotte huizen zijn vol met oldtimers, paardenkarren, fietstaxi’s, en mensen, lopend of op wrakkige fietsen. We komen langs een basisschool waar de kinderen voor het hek staan met hun nette schooluniform aan. Vaders komen aanfietsen met hun kind op de stang. Moeders in legging staan te kletsen met elkaar. Leggings lijken nationale klederdracht in Cuba, bijna alle vrouwen dragen ze in alle kleuren van de regenboog. Zelfs huidkleurige, die als een dikke doorzichtige panty om de pronte billen zitten. Er hoeft namelijk geen lang shirt overheen hier.
Toeristen zijn hier niet, dus ook geen nieuwe auto’s. Je zit hier echt in een straatbeeld van meer dan 60 jaar geleden. Ondanks het gebrek aan alles, zien mensen er toch schoon en heel verzorgd uit.
Onderweg kopen we weer banaantjes die als fietsvoer dienen. We komen door dorpjes in agrarisch gebied. We passeren enorme suikerrietplantages en een ananasplantage. Langs de weg wordt rijst gedroogd. We bezoeken een oude suikerfabriek welke nu een museum is waar ook de historische treinen staan, waarmee de suiker werd vervoerd. De suiker is hier een bloeiende handel geweest, maar het areaal is kleiner geworden waardoor het bijna allemaal in het land zelf geconsumeerd. Volgens de gids komt dit door gebrek aan regen.
Na nog geen 50 km komen we aan op onze laatste bestemming: Varadero. We kunnen hier drie nachten verblijven in de casa van Ton en Caridad. Ton hebben we op Spaanse les leren kennen. Caridad is Cubaanse.
We hebben het huis voor ons alleen. Het ligt in het dorpje Santa Martha tegen Varadero aan. Varadero is een landtong in zee met een 10 km lang strand en super toeristisch.
Een andere wereld dan het 50 km terug gelegen stadje waar we net uit komen. Er zijn hier zowaar enkele winkeltjes, al is het assortiment zéér beperkt. Ik denk aan de AH waar ik over een paar dagen weer doorheen loop….de gemiddelde Cubaan heeft er geen benul van.
25/11 Varadero
Dag 19. De buren komen aanlopen met ons ontbijt, compleet met picknicktafel. Later op de ochtend fietsen we langs de kust op weg naar een goede snorkelplek. Na 15 km hebben we het gevonden. Er komt meteen een man naar ons toe en vraagt of we kreeft willen eten en weer een ander biedt Piña colada aan. Het is heel rustig hier, er is slechts een ander stel. Het blijken Nederlanders en de man heeft meegedaan aan de marathon in Havana vorige week.
Er staat een harde wind en de zee is wild. We gaan met onze snorkels het water in. Wat verder tussen het koraal gaat de zee echter zo tekeer dat we alle kanten op geslingerd worden. Ik probeer het scherpe koraal te ontwijken maar dat lukt niet en ik voel mijn huid open schuren. Met veel moeite kom ik weer aan de kant. Willem staat ook al op het strand, hij is ongehavend. We gaan dan toch maar die Piña Colada drinken voor de schrik. De man van de kreeft blijft aandringen en de prijs zakt al. Uiteindelijk geven we ons gewonnen.
Er is een Cubaan met een fietsprobleem en hij hoopt dat we gereedschap hebben.Helaas, dit ligt in de casa. De inbussleutel die hij nodig heeft is hier niet te koop. We stellen voor hem een setje te sturen vanuit Nederland. Dat is geen pakket, dus zou toch langs de controle moeten komen. Volgens de Cubaan is het onmogelijk dat hij dat ontvangt. We kunnen het meenemen en aan hem geven, maar verzenden dat kan niet. Het blijft ons onduidelijk waarom, de autoriteiten kunnen toch onmogelijk alle post gaan openen? Maar ja, als het wel kon dan zou hij toch wel op ons aanbod ingaan? Een andere Cubaan, een boksleraar op een school, vraagt of we kleding over hebben. Ik heb een extra shirt in mijn tas die ik hem geef.
Op alle plaatsen aan de kust die we hebben gezien, zou je vissershaventjes verwachten. Maar ze zijn er niet. We hebben slechts een paar minuscule vissersbootjes gezien. We begrijpen intussen waarom, de Cubanen zouden ontsnappen met een zeewaardige boot.
In de Lonely Planet staat dat de toerist hier in Varadero een roeiboot kan huren, maar dat de Cubanen dit niet mogen. Om dezelfde reden dus, het is ongelofelijk.
1 op 100 Cubanen schijnt in de gevangenis te zitten. We vragen ons af waar ze staan, het moeten er heel wat zijn maar we hebben ze nog niet gezien. Volgens de man in Trinidad wordt je slecht behandeld in de gevangenis.
‘s Avonds gaan we het nachtleven op de beroemde strip van Varadero maar eens ontdekken. We fietsen kilometers over de weg van de strip maar er zit weinig leven in, ondanks dat het vrijdag is. Langs het meer dan 10 km strand staat het vol hotels maar er is geen boulevard langs, flaneren moet op de weg er achter. En 10 km flaneren is wel erg veel! Op de fiets flaneren we in rap tempo langs de bijna lege restaurantjes en terrasjes. Daartussen toeristenkramen met veel dezelfde souvenirs. Pas bij Club “The Beatles” is het rumoeriger en de portier kondigt aan dat de band zo begint en rock-klassiekers speelt. We gaan op de stoelen zitten die netjes in een halve cirkel staan opgesteld. We zien bijna alleen westerlingen. Ze hebben diverse kleuren “all-inclusive” bandjes om de pols. Waar zijn de Cubanen? De entree is gratis, dit moet voor jongeren toch een leuk uitje zijn? We vrezen dat ze gewoon buiten de deur worden gehouden.
De band begint te spelen en we moeten lachen om de als westerse hippe rockers uitgedoste Cubanen. Enkele moderne Cubaanse meiden en jongens hangen rond bij het podium, vrienden van de band. Eén lijkt er op Brian May. Ze spelen erg goed de ene klassieker na de andere enkele uren achter elkaar door.
We maken een praatje met een excentrieke Canadees en zijn Amerikaanse vriend. De Canadees vertelt dat hij in 1988 ook hier is geweest. Toen werden de toeristen onder gewapende militaire escorte van het vliegveld naar het resort gebracht en na de afloop van de vakantie zo ook weer terug. In de tussentijd mochten ze het resort niet verlaten. Alle vertier werd ter plekke verzorgd, mengen met de bevolking was niet toegestaan.
Ondanks dat we een leuke avond hadden, vinden we het toch bedenkelijk om op deze manier Cuba te beleven.
26/11 Varadero
Dag 20, onze laatste dag in Varadero. De buurvrouw komt het ontbijt brengen met de mededeling dat Fidel Castro vannacht is overleden. Dat is historisch nieuws! Ik vraag de buurvrouw of ze verdrietig is. Ze zegt dat ze het als mens erg vindt als iemand sterft, maar dat ze hoopt dat er nu iets gaan veranderen. TIjdens het ontbijt kijken we TV. Fidel Hasta Siempre (Fidel voor altijd) staat op een soort hologram van zijn portret. Dit zal waarschijnlijk de afbeelding zijn die hem zal vereeuwigen hier. Het afscheid op het Plein van de Revolutie zal over 3 dagen zijn, dan zijn we net weer thuis.
Vandaag doen we niet al te veel. We fietsen de strip nog een keer af en kopen een paar souvenirs. De vlag hangt halfstok maar verder lijkt er weinig aan de hand.
We zwemmen nog een paar keer in het helblauwe zeewater. Pelikanen vliegen over en duiken naar een visje.
‘s Avonds gaan we in ons eigen dorp Santa Martha eten tussen de Cubanen. We eten rijst met kip en komkommer en in een ijstentje een lekkere coup ijs met koffie toe. Samen zijn we totaal 4,5 CUC kwijt (4,5 euro).
Er is 9 dagen rouw afgekondigd en dat betekent 9 dagen geen muziek. Normaal hoor je overal vrolijke muziek op de zaterdagavond, maar nu is het stil. Je hoort alleen het geluid van de tv’s uit de huizen komen en dat is op alle zenders Fidel, Fidel en nog meer Fidel.
27-28/11 Varadero -> Havana -> Amsterdam
Onze reis zit er op en deze 21e dag vertrekken we richting Havana met de fietsen in de bus. Na aankomst verbazen we ons opnieuw over de verkrotte huizen waar in elk onbewoonbaar huis toch mensen wonen. En het zijn ooit zulke schitterende huizen geweest, allen in koloniale Spaanse bouw. We fietsen naar het Plein van de Revolutie. Hier zijn de voorbereidingen gaande voor het afscheid van Fidel dat hier plaats zal vinden over 2 dagen. Dit is hetzelfde plein waar de urenlange toespraken van Fidel en later Raoul gehouden worden. De mensen werden met bussen uit het hele land aangevoerd zodat de beelden van een miljoen vlaggende aanhangers van de revolutie uitgezonden konden worden. Elke Cubaan moet zich hier af en toe vertonen want anders sta je als contrarevolutionair te boek en heb je een probleem.
Een journalist vraagt ons te mogen interviewen in het Spaans. We zien ons al hakkelend met ons gebrekkige Spaans op TV verschijnen en bedanken voor de eer.
We gaan naar de casa van Yara waar onze fietsdozen staan. Terwijl we de fietsen inpakken belt zij een taxi naar de luchthaven. We nemen afscheid van Cuba. Het was een intrigerende reis. We hebben genoten van de lieve vrolijke mensen en van het kleurrijke land. Het is een heel veilig land om doorheen te reizen. We hebben ons verbaasd over het systeem. We hebben de eerste veranderingen gezien, maar het gaat nog langzaam.
We hebben nog vele vragen en zijn heel benieuwd hoe het Cuba de komende jaren zal vergaan. Een Amerikaan die we tegen kwamen zei: “binnen enkele jaren hebben wij dit land verpest” . De Cubanen smachten naar verandering maar we hopen van harte dat zij hun identiteit niet verliezen.