Griekenland – Balkan 2022

Fietsen 2622 km

19/4-25/4 Pijnacker-Patras 41 km
Met bepakte fietsen vertrekken we naar Den Haag centraal voor de trein naar Venetë waar we drie dagen blijven voor we de veerboot zullen nemen naar het Griekse Patras, het startpunt van onze fietsreis. De treinreis verloopt relaxed met een overnachting in München. Meteen over de Nederlandse grens moet dat irritante mondkapje weer op. Als we tegen de avond arriveren in Venetië, fietsen we over de lange brug naar onze accomodatie op het vaste land.

De eerste dag struinen we door het oude Venetië, wat een bijzondere stad is het! De drukte valt mee zo net na Pasen. De tweede dag willen we over wat eilandjes fietsen, maar aangezien het regent bij 13 graden blijven we binnen hangen, in onze kamer, in de koffietent en in de Decathlon…ik heb nog een fietsshirt nodig.

Op onze derde en laatste dag begint net de Biennale kunst en architectuur waar we kaarten voor hebben. De moderne kunst in het bijzonder mooie historische Arsenaal is indrukwekkend. De meeste paviljoens in het park, van diverse landen, zijn een stuk minder boeiend. De grote expositie van Marlene Dumas bleek op een andere locatie in de stad en al sinds maart open. Helaas gemist dus, dat hadden we mooi gisteren kunnen doen…jammer, slecht voorbereid.

26 april Patras – Eratini 75 km (116)

7:00 uur zitten we aan het ontbijt, dat meer Amerikaans dan Grieks lijkt. Het eten ligt al klaar op tafel en alles zit afzonderlijk in plastic gepakt. De twee ongebakken tosties van slap wit brood willen we graag geroosterd hebben, maar dat kan helaas niet in verband met het virus. (?) We krijgen thee in een weggooibeker inclusief plastic deksel. Bij de koffie zeggen we dat de deksel niet hoeft. Maar dat kan niet, want de deksel is verplicht vanwege het virus. De goede man van de bediening heeft niet het verplichte mondkapje op. Vandaar wellicht de deksels??
We zitten lekker vroeg op de fiets en rijden over de lange tolbrug die Peloponnesus over de Golf van Corintië met het vaste land verbindt. Langs de noordkust van het turqoiseblauwe water rijden we met een stevige wind in de rug lekker door. Aan de overkant zien we de bergen met sneeuwtoppen. Daar moeten we na Athene ook doorheen. Maar vandaag is de route lekker vlak en genieten we van de prachtige groene omgeving, geurige citrusbloesems, de zon op het blauwe water en de mooie kustplaatsjes. Onderweg nog even een duik in zee, best koud nog!

27/4 Erateini-Delphi 58 km (174)

Vandaag fietsen we naar Delphi, de bekende plaats van “Het orakel”. We besluiten eerst een stuk te fietsen en in het eerstvolgende dorp te ontbijten. Dat pakt niet helemaal goed uit waardoor we pas na enkele uren aan een tosti en koffie zitten.

De route loopt nog steeds langs de golf van Corinthië en het uitzicht over het blauwe water verveelt nog niet. De omgeving wordt steeds mooier. De natuur is een kleuren- en geuren explosie in het zonlicht en het is een feest om doorheen te fietsen. Het zeewater in de mooie baai van Itea is heerlijk. Na het zwemmen eten we een uitgebreide griekse lunch, voor we het laatste traject inzetten. Vandaag hebben we al aardig moeten klimmen over glooiende heuvels. Het venijn zit echter in de laatste 11 km. We gaan zo steil door een dorp omhoog dat ik bijna ontplof van inspanning. Gelukkig volgen we daarna een haarspelbochtenweg, dat is beter te doen. We komen begin van de avond aan in Delphi en boeken meteen een extra nacht in ons hotelletje. Morgen gaan we de oudheden hier bekijken.

29/4 Delphi-Aliartos 68 km (242)

Delphi ligt op 550 m tegen de steile zuidwand van de berg Parnassos. Vanuit ons hotelraam kijken we recht het dal in vol olijfbomen met in de verte de zee.

Het is weer een zonnige dag en na het ontbijt wandelen we naar de opgravingen iets hoger gelegen op de berg. De nederzetting heeft ruim 2000 jaar begraven gelegen voor deze rond 1900 is blootgelegd. Hiervoor moesten wel de bewoners van deze locatie eerst uitgekocht en verhuisd worden naar het toen nieuw te bouwen dorp Delphi. Het is een grote en belangrijke historische vindplaats van de griekse mythologie en er is veel te zien. Na de lunch wassen we wat kleren en bezoeken daarna het museum.

De volgende ochtend fietsen we lekker vroeg weg. Er is een tourtocht in Delphi en we zien veel auto’s met fietsen op het dak ons tegemoet komen. Ze toeteren bemoedigend terwijl wij de berg op zwoegen. We stijgen 400 m en komen aan in een wintersportdorp. Het is hier meteen ook een stuk frisser. Parnassos is 2500 m hoog en er is 37 km piste. We drinken koffie en als we weer opstappen, blijkt er een straffe koude tegenwind te zijn opgestoken. Maar naar mate de weg daalt, stijgt de temperatuur en waait het minder. In een stadje zoeken we een eettent voor de lunch. Uiteraard weer griekse salade en nog wat warme happen. Willem gooit zijn bord kapot…hij denkt dat dit nog steeds gangbaar is hier. Het eten is weer goed en de grieken zijn heel aardig. Overal serveren ze meteen koud water zodra je gaat zitten, een service die we erg kunnen waarderen. Na de bergen komen we in agrarisch gebied en na 68 km arriveren we in Aliartos, een kleine plaats waar we overnachten.

30/4 Aliartos-Athene 81 km (323)

Gisteravond hebben we gepuzzeld op een route naar Athene. De keuzes: door de bergen met 1000 m klimmen of langs de grote weg. Tot nu was het best te doen over de hoofdweg, met weinig verkeer en veel ruimte om veilig te kunnen fietsen. Omdat we op de bergroute geen overnachtingsmogelijkheden zien, gaan we voor de hoofdweg. Maar die blijkt op dit traject toch wel erg druk en bij de eerste koffie puzzelen we wat witte weggetjes bij elkaar met acceptabele klimhoogtes van totaal 700 m. Het blijkt een goede keus, want de route gaat door mooi rustig agrarisch heuvelland met veel bloeiende bloemen. We kijken uit op bergen met windmolens op de kammen en hier en daar zijn velden met zonnepanelen. Het land is er erg geschikt voor. Er is ruimte, en veel zon en wind.

Het asfalt gaat over in een aarden landweg. Als we bij de voet van de berg komen moet er weer geklommen worden. Uiteindelijk zijn we bijna op ooghoogte met de windmolens.

In een dorpje lunchen we en daarna gaat de weg vooral naar beneden en eindigen we na 78 km bij het station van Magoula, een voorstad van Athene. We kopen treintickets en terwijl we op de trein naar Athene wachten, boeken we alvast een hotelletje vlak bij het station voor 4 nachten. Voor slechts 1,20 euro pp inclusief fiets reizen we in een half uur naar Athene centraal waar we vroeg in de avond aankomen.
We wandelen nog even naar de hippe wijk Psiri. Het blijkt een heuse tripadvisor enclave, inwisselbaar voor hippe wijken in andere europese steden. Rare lui die toeristen, maar ondertussen zitten wij er ook tussen…met onze ouzo.

1/5-3/5 Athene

We hebben drie dagen door Athene gesjokt en zo ongeveer alle oud- en nieuwigheden bekeken. Ons hotelletje ligt in het stationsgebied waar zowel de economische- als de vluchtelingencrisis aan alles te zien is. Er staan meer afbraakpanden dan bewoonde. Sommige lege panden zijn in gebruik genomen door vluchtelingen en daklozen. In de steegjes waar we doorheen lopen, zien we hele rijen jongemannen door een zelfde deur naar binnen gaan of naar buiten. Aan hun uiterlijk te zien komen ze vooral uit Noordafrikaanse landen. Op straat worden drugs gebruikt en ’s nachts bivakkeren groepjes bij elkaar op de stoep. Zelfs een groepje zwerfkatten heeft een eigen plek en wordt zichtbaar goed verzorgd met eten en dozen om in te schuilen. De panden zien er wel kleurig uit met alle graffiti. De schoonmaakploegen doen goed werk, alles ziet er elke ochtend weer netjes en schoon uit. Triest dat deze jonge mannen zo hun leven moeten slijten. Er zou hier zat werk voor hen kunnen zijn, bijvoorbeeld in de bouw als er genoeg geld was. Maar als Europa hebben we het land zo uitgeknepen tijdens de financiele crisis, dat ze zelfs hun belangrijke haven Piraeus aan de chinezen hebben moeten verkopen. De werkloosheid is hier nog steeds torenhoog. Wij gaan zo veel mogelijk in ons eigen wijkje eten. Lekker authentiek en voor griekse prijzen. Op 1 mei vieren ze hier zowel de dag van de arbeid, de lente en Eid-al-Fitr (suikerfeest).

2 mei hebben we het Akropolis museum gepland omdat dit een regenachtige dag wordt. Maar alles blijkt dicht, omdat 1 mei op zondag viel is “de dag van de arbeid” verplaatst naar maandag. Gelukkig hebben we nog een dag over. Willem kende Athene al, ik nog niet. Ik zag het altijd voor mij als een metropool met witte bebouwing en verder alleen maar overvolle wegen met stinkend verkeer. En daar ergens tussen een ruïne. Maar het valt mij echt alles mee. Het is een vriendelijke stad met veel gezellige straatjes met kiosken en terrasjes. En verkeer natuurlijk. Fietsers zie je hier niet, behalve die van een enkele stadsfietstour. Hollanders zijn hier trouwens ongelooflijk veel, ook hele klassen studenten.

4/5 Athene-Epidaurus 39 km (362)

 Met de fiets in de metro komen we aan bij de veerboot naar het eiland Poros, vanwaar we met een pontje  Peloponissos bereiken. Hier hervatten we onze fietstocht van de oost- naar de westkant van dit gebied.

Wat heerlijk om weer op de fiets te zitten en door het mooie landschap van de Peloponissos rijden. Na de Atheense stadslucht snuiven we hier weer schone lucht en bloemengeuren op. We beginnen onze tocht pas na een late lunch. Na ruim 10 km maken we een omweg om een oude nederzetting bij Troesen te bekijken. Deze ligt er mooi bij in de bergen tussen bloemenweides. Hier zijn de vrouwen en kinderen in veiligheid gebracht tijdens de 2e Perzische slag met de Atheners, 2500 jaar geleden.

De zon is verdwenen maar bij 20 graden is het heerlijk fietsen. De route wordt hoe langer hoe mooier. We krijgen de Golf van Corinthië weer naast ons, maar nu dus aan de overzijde. Aan de andere kant van de weg rijst ruig gebergte steil omhoog eindigend in puistige toppen. En dit tafereel wordt opgefleurd met bloeiende struiken en bloemen. Het continue fluitconcert van de vogels maakt het feest compleet. We klimmen en dalen tot we rond 20:00 uur de afslag naar ons hotel nemen. Dit weggetje gaat megasteil naar beneden en we kijken met verbazing naar de plek waar we terecht komen. Het is het goedkoopste hotel in de omgeving, 35 euro per nacht, maar we krijgen er een heel apartement voor met enorm balkon, een zwembad en uitzicht over de zee en de bergen.

5/5 Epidaurus-Nafplio 57 km (419)

 We staan 7:00 uur op en doen nog even rustig aan om nog even van deze locatie te kunnen genieten. Maar dan moeten we toch dat steile weggetje 750 meter terug omhoog naar de weg. Het valt niet mee op zo’n helling op te stappen en weg te fietsen. Maar zwaar hijgend halen we het naar boven. De weg blijft het grootste deel van de dag omhoog lopen. We bezoeken onderweg weer een nederzetting uit de oudheid. Hier is een enorm groot amphitheater uitgegraven. De buhne beneden is circelvormig. Exact in het midden ligt een ronde steen. Als je daar op gaat staan en richting het publiek spreekt, hoor je dat je stem versterkt wordt. Dat wordt veroorzaakt door de speciale akoustiek. Heel ver weg op de bovenste rij is nog te horen wat gezegd wordt.

We stijgen weer verder tot we hoog in de bergen zitten. Na nog wat klimmen en dalen gaat het bergafwaarts tot we eindigen bij de zee. We hebben 700 m geklommen en evenveel gedaald.

Het zeewater is heerlijk! Na deze duik blijft de weg vlak tot we in Nafplio aankomen waar we overnachten.

6/5 Nafplio – Tripoli  76 km (495)1200 hoogtemeters

 We hebben slecht geslapen. We kijken dan wel uit op het verlichte ford van Nafplio maar heel de nacht is er veel verkeerslawaai.

We bekijken onze geplande route nog eens kritisch, er zitten wel extreme klimhoogtes in tot bijna 2000 m in een dagtraject. We moeten de bergen over, maar vinden toch een route met net wat minder klimhoogtes. We slaan weer wat proviand in voor onderweg en vertrekken vanuit Nafplio eerst langs de kust naar Astros. Bij de koffie zien we dat de eerste overnachtingsmogelijkheid in Tripoli is, 40 km verder en nog ruim 900 hoogtemeters. Luisterboek aan voor de afleiding en fietsen maar. Het is puur natuur waar we doorheen fietsen. Bijna geen verkeer en verder alleen maar begroeide en rotsige bergen. Toch ligt ook hier in de berm weer veel rotzooi. Vooral enorm veel petflesjes. Opvallend is dat deze vaak niet eens leeg gedronken worden. Ik raap een geheel vol waterflesje op. Dit is goed kookwater voor de eitjes die we onderweg koken en die met reepjes, noten en gedroogde vruchten onze energie weer aanvullen. Hangend tussen genieten en afzien fietsen we omhoog. Aan het eind van de middag komt de bewoonde wereld weer in beeld. Bij het eerste restaurant komen we weer bij met een bak koffie en bestellen meteen maar een groot bord pasta en een salade.

De laatste 10 km naar onze accomodatie kunnen we dan wel weer aan. Morgen doen we een rustdag, dat hebben onze benen wel nodig. Helaas kunnen we niet een extra nacht in ons appartement blijven, dus boeken we er een verderop in de stad. Goedkoop overnachten lukt hier niet, maar het is wel lekker even wat meer luxe.

8/5 Tripoli-Dimitsana 48 km (543)

Gisteren in Tripoli rustig aan gedaan. Willem is naar de kapper geweest en we hebben wat kleding gewassen. Dit doen we in een waterdichte oprolzak. Geconcentreerd wasmiddelpapier er in, inweken en dan flink schudden met de zak. Uitspoelen en drogen aan onze ultralichte waslijn.

 Vanmorgen stapten we op de fiets en prompt begon het te regenen. Maar gelukkig waren het wat verdwaalde spetters en zonder kans op een warming-up ging de weg meteen omhoog de stad uit. Hoewel we maar 48 km hoeven te fietsen, moeten we wel 1229 m klimmen en 922 m dalen. We trekken er de hele dag voor uit zodat we vaak kunnen stoppen en uitrusten. De route is schitterend! We zien vrij veel kleurige bijenkasten staan en imkers aan het werk. Twee imkers wenken ons om te komen kijken. Zij laten de honingraten zien. Terwijl ik een foto maak, worden we belaagd door de bijen. Een bij steekt in de punt van mijn neus. Gelukkig kan Willem de angel eruit trekken, wat mij  een clownsneus bespaart. Voor de bijen is er veel te halen hier met al die soorten bloemen en bloeiende bomen. Als je in het buitenland bent dan zie je pas wat een armetierige natuur wij nog over hebben in Nederland.
De weg is rustig, er ligt hier bijna geen afval in de berm en we komen al wéér geen enkele fietser tegen. Uiteindelijk komen we uit op het hoogste punt van vandaag, 1327 m. Daarna is het vooral afdalen en genieten van de schitterende uitzichten. We drinken koffie in het mooie bergdorpje Stemnitsa en om 17:00 uur rijden we  Dimitsana in, ook al zo’n mooi oud bergdorpje, waar we overnachten. Het is een toeristisch plaatsje, maar nog heel rustig. We eten weer heerlijk grieks en duiken daarna moe in bed.

9/5 Dimitsana-Olympia 78 km (621)

We worden al voor de wekker wakker van het geklingel van de geitenkudde en het fluitconcert van de vogels. Het is koud als we 9:00 uur ons bergdorpje Dimitsana uitfietsen. De weg stijgt en dealt en de route is weer schitterend. We zien hier meer cipressen dan we in Toscane zagen en dan ook nog gewoon in het wild. De Judasboom, die roze bloeit op het kale hout, staat hier in de koelere lucht nog volop in bloei en is een echte blikvanger. Verder zien we weer schapen- en geitenherders met hun kudde en bloemenvelden waarboven we de insecten horen gonzen. En de vogels blijven ook maar herrie maken. We fietsen langs berghellingen en kloven en wat  pitoreske bergdorpjes. We maken lange afdalingen en voelen de temperatuur stijgen naarmate we lager komen. Op het eind van het traject zitten toch nog 2 gemene klimmetjes langs hellingen met zwartgeblakerde bomen.

Tegen zessen komen we aan in Olympia, de bakermat van de Olympische spelen en waar steeds het Olympische vuur wordt onstoken. We komen langs de archeologische vindplaats met de opgravingen. De Olympische spelen werden georganiseerd als eerbetoon voor de god Zeus.

10/5 Olympia—Kyllini 74 km (695)

Wij zijn vast de enige touristen die niet de opgravingen gaan bezoeken en na het ontbijt gewoon vertrekken. We hebben al veel gezien dat er op lijkt, dus geloven het nu wel. De zon schijnt, de temperatuur is lekker en de route blijkt weer mooi te zijn. Een stuk vlakker nu, dus minder spektakel, maar wel relaxter fietsen. We komen op een verlaten onverhard landweggetje opeens langs drie plastic tenthuisjes. Er komen kinderen naar buiten rennen en er loopt een oude man rond. Zo te zien noordafrikanen. Hopelijk hebben ze werk hier op het land, maar waarom zitten de kinderen niet op school nu? Onderweg houdt het tafereel mij bezig en ik heb spijt geen gesprekje te hebben aangeknoopt. Mogelijk spreken ze geen engels maar als vluchteling genegeerd te worden met je ellende vind ik wel mensonterend. We hadden hen geld kunnen geven, zo kan je iemand echt rechtstreeks helpen. Maar we zijn inmiddels alweer ver uit de buurt en fietsen de rijke buitenwijk van een stadje in. Er is hier zowaar een fietspad! Knalblauw en zo’n 2 km lang. Auto’s parkeren er overigens wel gewoon midden op, er fietst hier toch niemand. Er staan wel 100 bankjes langs dit fietspad. Zodat de grieken vaak kunnen uitrusten bij deze vermoeiende bezigheid? Of om rustig te kunnen kijken naar die rariteit?

Aan het eind van de dag komen we de eerste fietsreiziger tegen, een italiaan van in de zeventig. Hij is zwaar bepakt en zit er behoorlijk doorheen. Hij vraagt de weg, maar rijdt vervolgens eigenwijs de verkeerde kant op.

We eindigen in Kyllini aan de westkust en vinden een hotel bij de haven waar we morgen met de boot oversteken naar Kefalonia.

11/5 Kyllini-Lourdhata 27 km (722)

Met de ferry varen we van het vaste land van Griekenland naar het eiland Kefalonia. De weg gaat meteen steil omhoog en daarna iets geleidelijker. Het is vroeg in de middag en de zon schijnt waardoor het klimmen zwaar is. Eenmaal boven komt de zee in beeld en zien we het eiland Zakynthos liggen. We blijven nu gelukkig boven en fietsen in een verkoelend windje.

 Aan het einde van de middag dalen we af naar Lourdata waar we een appartement hebben geboekt. Voor 35 euro krijgen we veel ruimte, een royaal zwembad, groot terras en uitzicht over zee. We boeken er meteen nog maar een nacht bij zodat we morgen een relaxdag hebben en onze vervolgplanning kunnen maken.

We negeren het zwembad want onze mindset staat nog op zwemmen in zee na aankomst. Daarvoor moeten we wel eerst de rest van de berg af. We vinden een shortcut, een pad dat veelbelovend start maar halverwege eindigt in dichte begroeing. We worstelen ons er doorheen en eindigen in iemands achtertuin. Aan de voorkant van het huis ligt het kiezelstrand en eindelijk kunnen we de zee in duiken.
Terug gaan we toch maar via de weg. Bezweet en hongerig komen we weer boven en vragen ons af waarom we niet gewoon in ons zwembad zijn gedoken.

12/5

Vandaag komen we het terras niet af behalve om even wat boodschappen te doen. Het zwembad is echt heerlijk en op de ligstoelen drogen we weer op. Er zitten nog wat Engelsen maar die zien we het grootste deel van de dag niet. Dit lijkt zowiezo op een Engelse kolonie.

’s Middags gaan we toch maar eens een planning maken. De Benjamins Europaroute die we nu volgen wordt wel te heftig. 1500 Meter stijgen over een dagtocht bijvoorbeeld. Ook blijken niet alle veerboten te varen. We kunnen hier alleen weg komen door het eiland over te steken naar Sami om via het eiland Ithaka terug naar het vaste land te varen.

13/5  Lourdhata-Vathi 50 km  (772)

We staan 6:00 uur op en zitten lekker vroeg op de fiets. We moeten over een bergrug en dus weer klimmen.

Bij de eerste koffie merken we meteen dat we de toeristische kust achter ons hebben gelaten. We krijgen ongevraagd een plak cake bij de koffie en als we betaald hebben komt de uitbaatster nog met een paar bananen aanlopen. De grieken zijn echt heel gastvrij!

 Ruim op tijd voor de ferry arriveren we in Sami en kunnen nog even lekker de zee in. Na aankomst op Ithaki fietsen we, weer over een bergrug, naar Vathy waar we overnachten. Het is een heel mooi kleurig stadje, gedrapeerd rond een baai. We eten er een heerlijke griekse maaltijd met uitzicht over het water. Willem heeft weer de goedkoopste accomodatie geboekt, maar even niet opgelet waar dat lag. Op de berghelling dus…we moeten wéér omhoog. Tegen donker komen we aan en kunnen nog net even van het uitzicht genieten op ons royale terras.

14/5 Vathi-Mytikas 43 km (815)

We staan om 6:00 uur op omdat we weer terug naar de haven moeten voor de ferry, aan de andere kant van de bergrug. Tot onze verbazing doet de ferry eerst Sami aan waarvandaan we gisteren geen boot naar het vaste land hadden kunnen vinden.

 We hebben intussen besloten voorlopig even geen eilanden meer aan te doen. Het voegt niet veel toe aan onze beleving van het vaste land en het is te veel klimwerk. We halen Corfu ook uit de planning, dat geeft ons wat meer vrije ruimte verder in het traject.

 We komen aan in Astakos en kopen proviand voor onderweg en Ibuprofen tegen mijn rugpijn die ik sinds gisteren heb. De route loopt over een brede weg die op een zeldzame auto na, helemaal voor ons is. Wat een leegte weer, alleen maar bergen rechst, zee links en verder niets. Op alle routes die we fietsen zien we regelmatig een soort gedenkkerkjes langs de weg. Sommigen zo eenvoudig als een kastje op een paal met dakje, tot exemplaren met pracht en praal. Er staat vaak een foto in van iemand die daar is verongelukt. Het zijn veelal jongemannen. De Grieken rijden ook wel erg hard! Als er een kudde schapen, geiten of wat koeien op de weg lopen dan slalommen ze er zonder afremmen omheen. Met fietsers zijn ze gelukkig voorzichtiger, ze geven ons meestal wel de ruimte. We komen langs een hek waar drie zwijnenhuiden te drogen hangen. En verder aleen een viskwekerij.

De Ibuprofen helpt mij niet echt. Het is blijkbaar ook een spierverslapper. Hoewel de hellingen vandaag best te doen zijn, kost het mij de grootste moeite om naar boven te fietsen. De route vanaf de boot is maar 28 km, maar ik ben halfdood als we eindelijk in Mitikas aankomen. Het verkoelende zeewater en de koffie met goddelijk gebak brengen me weer tot leven.

 Mitikas is een plaatsje met vergane glorie. Gesloten hotels en restaurants en veel onbewoonde oude panden. We vinden gelukkig toch nog een hotel in bedrijf voor 60 euro per nacht, flink duurder dan we gewend zijn. Er is maar een andere kamer bezet. Zowel in Athene als alle andere plaatsen waar we doorheen zijn gekomen, staan huizen leeg. Bepaald geen woningnood hier.

15/5 Mytikas-Kanali 68 km (883)

We zitten 9:00 uur op de fiets en rijden parallel aan de kust. We komen koeien tegen op de weg, een heel wat normaler formaat dan die megadikbillen in Nederland. De zon schijnt en de temperatuur is nog heerlijk. Bij de eerste koffiestop ga ik even de zee in. Het water is zo onweerstaanbaar lekker!

De route is nagenoeg vlak vandaag, zodat we ontspannen peddelend richting Preveza rijden. Daar moeten we door een toltunnel. Je mag er met je fiets niet doorheen, maar volgens het boekje wordt je er opgehaald en doorheen gereden. Nou, daar weet de jongeman in het betaalhokje niets van. Hij stamelt wat omdat zijn engels niet toereikend is en weet duidelijk geen raad met ons. Ondertussen rijdt een sliert auto’s en campers voorbij en dan een kleine vrachtauto met een man en vrouw voorin. Ik loop er heen en vraag of zij ons door de tunnel kunnen loodsen. Ze kijken welwillend maar vinden het te gevaarlijk. Na het tolhek stoppen ze toch en we mogen met onze fietsen op de laadklep stappen. De bak is leeg en we leggen de fietsen plat er in. Wij gaan ernaast zitten en de laadklep kan weer dicht. Zo rijden we door de enkele kilometers lange tunnel tot we weer worden uitgeladen. We krijgen nog koud water mee van het stel en we bedanken hen uitgebreid.
De route eindigt weer bij zee en we spoelen ons bezwete lijf in het koele water. Nog even opdrogen op de fijne kiezels. Bij een koud biertje in de strandtent boeken we een slaapplaats voor de nacht hier in Kanali.

16/5 Kanali-Platari 68 km (951)

De meeste van onze accomodaties bieden geen ontbijt, dus maken we dat zelf. Het wordt 24 graden en zonnig dus vertrekken we maar weer vroeg. De route loopt eerst langs de zee en is vlak. Maar al snel moeten we ommetjes maken via nijdige hellinkjes. Bij het laatste strand ga ik de zee in. Vlak voor mijn neus springt een school sardientjes met een boog over het water. Het is een lang strand met veel hotels en restaurants. Alles wordt gereed gemaakt voor het toeristenseizoen. Duizenden strandstoelen en rieten parasollen worden neergezet en staan in slagorde te wachten op badgasten. Wij zijn de enige bezoekers op dit moment. Toch ziet het er gezellig en verwachtingsvol uit.

Na 17 km klimmen we via een bijna vertikale oprit naar de hoofdweg. Minder idylisch fietsen maar wel beter vol te houden. Onderweg komen we een stel (electrisch) fietsende Nederlanders tegen. Zij hebben de Balkanroute net gedaan en zijn er heel enthousiast over. Er is weer weinig bebouwing, veel groene bergen, enkele moerassen en natuurlijk de bloeiende bloemen.

Het gaat steeds harder waaien vanuit zee en we moeten weer richting de kust. Het eindpunt voor vandaag is Plataria. We vinden een mooie accomodatie en gaan meteen naar het strand en eten. Het is erg fijn dat er op veel stranden een douche is en je na het zwemmen meteen het zout kan afspoelen.

Bij de maaltijd wordt altijd water op tafel gezet. Een glas, karaf of plastic fles. Kraanwater is op de meeste plaatsen heel goed, maar toch wordt ook hier met heel veel flesenwater gesleept. Nu krijgen we een 1,5 liter plastic fles die we half leeg drinken. Een tafel verder zit een vrouw alleen die wijn drinkt en ook zo’n grote fles aanbreekt. Ik ben toch benieuwd wat ze met die flessen doen die lang niet leeg gedronken worden. Mijn vrees wordt bevestigd door de ober: in de afvalbak. Tel maar uit, met al die toeristen straks!

17/5 Plataria-Ksamil (Alb.) 76 km (1027)

Dit wordt onze laatste Griekse dag. De route is zowaar vlak…voor zolang het duurt. En dat blijkt een heerlijke 30 km te zijn! In Igoumenitsa zoeken we een postkantoor op. Hier sturen we een pc-tablet (werkt niet), routeboekje Griekenland (klaar) en een bundel kleren (overbodig) naar het thuisland. Scheelt toch weer 2,3 kg klimgewicht.

Het landschap is waterrijk. De zee is weer in beeld, maar ook moerassige natuur. Verder geurige citrusgaarden en hier en daar wat koeien. We genieten van een duik in zee en nemen de tijd voor een lunch voor we toch de berg weer opmoeten waar we de grens met Albanie over zullen steken. Zwetend komen we bij op een terras bij de grens. We zien de laatste keer de Griekse vlag wapperen. DIe hebben we heel veel gezien afgelopen weken, bij de meeste bedrijven, horeca, maar ook bij veel huizen. De Grieken zijn pas 200 jaar onafhankelijk, dat heeft er misschien mee te maken.

19/5 Ksamil- Himare 68 km (1095)

Na een dag ontspannen, moet er weer gefietst worden. We hadden hier nog naar een club kunnen gaan, waar vanuit we ’s avonds de muziek hoorden komen, maar dat past toch niet echt meer bij het zo actieve leven dat we nu al hebben. Dansen doen we thuis wel weer…

Albanië heeft geen zomertijd waardoor het al vroeg warm is. Onder protest van Willem zet ik daarom de wekker gewoon een uur eerder, 5:45 uur. Ik wil ook wel eens halverwege de middag aankomen in plaats van steeds pas tegen de avond. We hebben gisteravond al afscheid genomen van onze host, een slimme 14 jarige knul die naast school dit apartement runt en vloeiend Engels spreekt. Vóór zevenen fietsen we het stadje uit. Het lijkt hier veel op Griekenland, alleen wat rommeliger. Er wordt volop gebouwd. De weg is goed en buiten de stad heel rustig. De route gaat weer omhoog en omlaag door de bergen.

Onze eerste stop is in Sarande aan de kust. Hier is goed te zien dat Albanië opstoomt in de vaart der volkeren. Vele moderne hotels en apartementen zijn net klaar en wachten op kopers en klanten. En er wordt nog ijverig verder gebouwd. In de baai ligt een enorm jacht met meerdere etages. Vanmorgen aangemeerd zegt de ober terwijl we tosti’s eten en koffie drinken.

 De tocht gaat verder en is mooi maar niet gemakkelijk. Bij een late lunch op een mooi achterterras onder watervalletjes bepalen we ons vervolgtraject. Er zijn drie opties, die eigenlijk alle drie geen optie zijn want veel te zwaar. Maar we moeten toch verder en kiezen voor de kustroute waarin we dan morgen 1700 m moeten klimmen worden over 36 km.

We fietsen nog even door en komen tot onze verrassing Erik van den Boom tegen op de fiets. Hij is de samensteller van deze Balkankustroute die we nu fietsen en schrijver van het routeboekje dat we bij ons hebben. Willem had hem gemaild toen hij tijdens de voorbereiding ontdekte dat de route niet 1200 km was, zoals Erik had gepubliceerd, maar 1600. Erik had geantwoord dat hij het opnieuw had berekend en dat Willem gelijk had.

Hij heeft ter plekke een korte vlog met ons gemaakt. Terwijl we daar langs de kant van de weg stonden stopte er nog een Nederlandse (lig)fietser die net zo verrast was om de maker van zijn route tegen te komen.

 En zo is het toch weer laat in de middag eer we op onze bestemming Himare aankomen. Tegenover het strand is een hotel dat we meteen maar boeken zodat we snel de zee in kunnen.

20/5 Himare-Orikum 57 km (1152)

Vandaag staat een helletocht op het programma. We moeten een 1000 meter hoge bergpas over. Maar dat niet alleen…ook de weg erheen stijgt meteen al venijnig. Omdat we het ontbijtbuffet van ons hotel niet wilden laten schieten, is het “pas” half 9 als we vertrekken en al zonnig warm. Ik zet meteen maar mijn luisterboek op, ik wil zo veel mogelijk niét in het hier en nu zijn vandaag. Ook Willem kijkt niet echt uit naar deze exercitie. Deze pas zit echter op de orginele Balkan kustroute en vele fietsers zijn ons al voorgegaan. We zien al snel de eerste politiecontrole langs de weg. In Griekenland hebben we dat wekenlang niet gezien, maar hier in twee dagen al vijf keer. Het eerste traject naar de berg is meteen al vreselijk steil. Om onze knieën te sparen gaan we lopen. Er zit zelfs een stukje 20% bij, dat kan je precies zien op de app Osmand die we gebruiken. Ik zou liefst een auto aanhouden om ons over de pas te loodsen. Maar dat voelt toch ook weer een beetje als een blamage. Als die andere fietsers het kunnen dan moeten wij het ook maar gewoon gaan doen.

Aan de voet van de berg willen we nog eten, maar het restaurant biedt op dat moment alleen gebakken vlees. We slaan daarom maar suikerhoudende proviand in zodat we in elke haarspeldbocht onze energie kunnen aanvullen. We zien de auto’s zigzaggend tegen de berg aankruipen. Het is de zuidkant en er is geen schaduw…ook dat nog. Daar gaan we dan maar!

Na 3 uren en 10 km zwoegen komen we boven. Willem heeft bijna alles gefietst. Ik heb het meeste gelopen vooral om mijn knieën te sparen. Beetje jammer dat je dan zo’n fiets mee moet torsen. Ik heb elke aandrang om een auto aan te houden kunnen onderdrukken en ben trots dat we het op eigen kracht hebben volbracht. Onderweg was het uitzicht erg mooi, de majestueuze berg voor ons en de zee ver beneden met diverse eilanden in de nevel. Helemaal boven is echter weinig te zien en waait een harde koude wind. We bestellen koffie en een Duitse fietser schuift aan.

We denken nu alleen nog naar beneden te hoeven suizen, maar al snel moeten we toch nog een bult over. Dat is gelukkig echt de laatste. Eenmaal beneden zien we dat er gewerkt wordt aan een tunnel door de berg. Daar zal het dagelijkse vrachtverkeer erg blij mee zijn! Hopelijk vergeten ze het fietspad niet…of zou dat juist zonde zijn van de beleving? Als het eenmaal achter de rug is kan je daar inderdaad over twijfelen…

21/5 Orikum-Fier 57 km (1209)

We hebben overnacht in Himarë aan de kust, een heel appartement voor maar 16 euro. Gisteravond hebben we heerlijk uitgebreid gegeten voor totaal 20 euro, zo kunnen we nog wel even weg blijven!

Ook in dit stadje veel complexen die nog in aanbouw zijn. De sfeer is hier echt Albanees, maar er vindt duidelijk een transitie plaats naar een toeristenbestemming.

Wat ons opvalt is de grote hoeveelheid kleine kruidenierswinkels overal, markets noemen ze het hier. Ze verkopen allemaal ongeveer hetzelfde en zitten soms pal naast elkaar in de straat. De openingstijden zijn ruim, van ’s morgens vroeg tot ’s avonds 22:00 uur. We fietsen het stadje uit en komen langs een bedrijf waar in de open lucht de rieten parasolletjes worden maakt voor op de stranden. Na ruim een uur fietsen gaan we ook maar eens lekker onder zo’n parasolletje op het strand zitten. Een klas scholieren van een jaar of 15 strijkt neer naast ons. Als de rest de zee in rent blijft een knul zitten. We maken een praatje met hem. Hij is wel trots op zijn land maar vindt dat de transitie naar welvaart te langzaam gaat. Hij hoopt zelf naar het buitenland te kunnen gaan op termijn.

We fietsen door het moderne Vlorë. Langs de zee loopt een brede boulevard. Het is een grote moderne badplaats. Bij een koffietent later in de middag spreken we de uitbater die voorheen twee jaar in Nederland heeft gewoond. Hij vond het er geweldig, alleen veel te koud. Wel begrijpelijk dat hij Nederland toen geweldig vond. Albanië was pas net na 40 jaar verlost van communist en dictator Enver Hoxha en een van de armste landen ter wereld geworden.

Tijdens de koffie kijken we hoe er een vrachtje watercontainers worden geleverd. Wij drinken hier gewoon het prima kraanwater, maar de Albanezen komen altijd meteen met flessenwater aanlopen voor ons als ze dat zien.

Het is zaterdag en de taverna’s lopen vol voor een drankje. Over een slechte asfaltweg en daarna een drukke smalle weg fietsen we tegen donker het kleurrijke Fier in. Even douchen in ons hotelletje en dan eten. Het wordt een typisch Albanese maaltijd. Veel vlees dat Willem alleen moet opeten, salade, dikke yoghurt met olijfolie, brood en patat. Met bier en koffie toe zijn we bij elkaar 8 euro kwijt. We doen er maar een goede fooi bij.

22/5 Fier-Berat 50 km (1259)

Na een snel eigengemaakt ontbijtje fietsen we op deze vroege zonnige zondagmorgen Fier uit. Hier wordt weinig uitgeslapen, het is al een levendige boel op straat. Het is marktdag. Vanuit opgetuigde fruitstalletjes wordt lokale groente en fruit verkocht. We kopen kersen voor onderweg. De terrasjes voor de koffielokalen zijn gevuld en er loopt veel volk op straat. 

We komen langs een groot schitterend pand in aanbouw met ornamenten en zuilen. Er zijn veel bouwvakkers aan het werk, ook al is het zondag. Het moet af, begrijpen we en het wordt een trouwlocatie.

Eenmaal buiten de stad zien we olijfgaarden, schaap- en geitenkuddes, een flink groot gebied waar olie wordt opgepompt en in tanks opgeslagen, plastic tunnelkassen met tomaten, paprika’s en komkommers. Het is dan wel zondag, maar we zien veel bedrijvigheid. Er zijn veel familiebedrijfjes en alles is kleinschalig.

Meer dan de helft van de Albanen is moslim. We zien echter vandaag pas de eerste hoofddoek en de eerste moskee.

We zijn nu een stuk verder het binnenland in, maar ook hier wonen de mensen in prima huizen en is het wagenpark redelijk modern. Albanezen zijn gek op Mercedessen. Er rijden er veel rond, heel oude maar ook nieuwe. De hoofwegen zijn heel goed, de secundaire meestal ook wel, de rest is vaak gravel. Gefietst wordt er ook door de Albanen, al zijn het er weinig en  meestal op een aftands ros.

De mensen vinden ons toch bijzonder genoeg om vraak te toeteren en te zwaaien.

De benzineprijs is hier nu 2 euro, dat is omgerekend naar ons prijspeil 6 euro! We vragen hoe het sociale systeem is, of er een uitkering is bij werkloosheid bijvoorbeeld. Dat blijkt er te zijn, maar deze is wel te laag om zelfstandig van rond te komen.

 Het is een hete dag, zonnig en 30 graden. Als we halverwege de middag in het historische Berat aankomen, besluiten we hier te blijven vannacht. Berat ligt mooi tegen de bergen aangeplakt. Het is Unesco werelderfgoed. Het kasteel op de berg  bezoeken we niet, te veel moeite. In plaats daarvan kijken we vanaf een terras naar de mensen die flaneren over de brede boulevard.

23/5 Berat-Elbasan 72 km (1331)

Om 7:00 uur zitten we fietsklaar aan het ontbijt om de ergste warmte voor te blijven. We hebben een mooie route vandaag. Niet te veel klimmen en een afwisselend landschap van natuur, landbouw, groente akkers. Er wordt nog veel met de hand gedorst en gehooid. Vaak is een hele familie aan het werk. We komen langs een gebied met Ja-knikkers die olie oppompen. Ze staan gewoon in het agrarisch landschap tussen de aardappels en de tomatenkassen. De gemorste olie druipt de grond in.

Onderweg zijn er zoals altijd weer vele mogelijkheden voor koffie of wat eten. Op een terras spreken we een jonge man die al acht jaar in Engeland werkt in de bouw. Hij spreekt desondanks de taal niet erg goed, omdat hij daar vooral tussen andere Albanezen verkeert. De reden voor zijn vertrek: het lage loon hier en de corruptie.

Halverwege de middag komen we aan in Elbasan, een industriestad in een dal. We hebben hier een overnachting bij een particulier en dat betekent meestal dat we een compleet apartement krijgen. Soms gedateerd, maar vaak ook gemoderniseerd.

 Het is maandagavond maar op de winkelboulevard is het druk en zitten de terassen vol. Grote winkels zie je hier overigens nergens. Het zijn meestal kleine familiewinkeltjes. Grote modezaken hebben we ook nog nergens gezien.

24/5 Elbasan-Tirana 59 km (1390)

Dat Elbasan een industriestad is, zien we aan de rokende schoorstenen, zodra we hoogte hebben gemaakt op de berg die we moeten beklimmen vandaag. Het wordt weer een hete dag en we stonden dus al 5:00 op om de 836 m klimmen vroeg achter de rug te hebben. In diverse bochten van de berg staan gedenktekens voor de jonge mannen die deze rit niet hebben overleefd. De landschildpadden doen het rustiger aan, we komen ze regelmatig tegen aan de rand van de weg.

Na de berg is de route afwisselend en mooi. We moeten steeds goed opletten voor de niet wit gemarkeerde hoge scherpe verkeersdrempels. Als je die over het hoofd ziet, dan ga je zeker drie keer over de kop. Onderweg picknicken we. Vanuit de boom waar we onder zitten, komt luid getjilp van mussen. Er zijn enorm veel mussen en zwaluwen in dit land.

We bereiken Tirana vroeg in de middag. In de hitte moeten we nog enkele heftige klimmetjes maken door een woonwijk. We eindigen bij een meer onder de stad waarin helaas niet gezwommen mag worden. Dus komen we vies bezweet bij ons apartement aan. Dit blijkt vlak bij het voetbalstadion te liggen waar morgen Feyenoord tegen Italie speelt. Er lopen al veel supporters rond. We hopen dat ze zich gedragen in deze gastvrije stad die alles uit de kast heeft getrokken voor dit evenement.

We doen een kort dutje en gaan dan de stad in. We zijn hier maar voor een nacht omdat we helaas te weinig marge hebben in ons reisplan. We hebben een erg leuk ingericht appartement met hemelbed en er staat zelfs een massagestoel. Maar morgen is hij al gereserveerd door supporters dus we kunnen niet blijven.

We lopen naar het grote plein. Er staan diverse grote hoge gebouwen met opvallend mooie moderne architectuur. Onderweg bekijken we het huis waar dictator Enver Hoxha heeft gewoond. Het is ruim maar zeker niet extravagant. We spreken een student aan in de studentenwijk. We vragen ons namelijk nog steeds af hoe het zit met al die half afgebouwde huizen en complexen overal. Ook nu komt er weer geen bevredigend antwoord: “Dit is Albanië. Je weet nooit wat de oorzaak is”. Wat we in dit gesprek wel weer horen: heel veel jonge mensen willen weg omdat er te weinig werk is, vanwege de lage salarissen maar vooral vanwege de corruptie. Albanië is geen EU land en dus proberen ze illegaal Engeland, Griekenland of Duitsland in te komen om daar te werken. Zelfs veel studenten maken hun studie niet af en vertrekken. Wij zeggen dat het dan nooit goed komt met het land als alle gekwalificeerde mensen vertrekken. In ons beleven heeft het land veel potentie, dus is het erg jammer dat de jeugd vertrekt. Maar begrijpelijk is het ook.

25/5 Tirana-Lezhë 78 km (1469)

We bezoeken vanmorgen eerst de bunker uit de tijd van het communisme. Er liep een ondergrondse gang heen vanuit het ministerie van interne zaken. Het is nu een museum waarin het verhaal en de gruwelen uit die tijd te zien zijn. Het land werd na de 2e wereldoorlog een politiestaat en toen de communistische Hoxha aan de macht kwam, werd het een soort Noord-Korea. Iedereen die het land in of uit probeerde te komen werd geëxecuteerd. Met politiek commentaar eindigde je in de martelkamers met vaak de dood tot gevolg. Mensen in de grensstreek die niet 100% loyaal werden geacht, moesten verplicht verhuizen. Religies waren verboden en moskeën en kerken werden afgebroken en de geestelijken vermoord.

Lijken werden nooit overgedragen aan de familie waardoor er nog steeds veel vermist zijn. Van bijna 7000 slachtoffers zijn de namen bekend. Pas in 1991 wist de bevolking, geinspireerd door de val van de Berlijnse muur, bij hevige protesten het regime omver te werpen. Er lopen hier nog twee generaties rond die deze periode bewust hebben meegemaakt.

Tirana is geen grote stad en we fietsen dus zo weer in landelijk gebied. Aan de rand van de stad zie je nog de “communistische flats”, grote betonnen grauwe blokkendozen. Sommigen zijn fleurig geverfd, dat ziet er al heel anders uit. Verder lijkt het of een villa een basisrecht voor elke Albanese familie is. Soms zijn er pas één of twee etages bewoond en wordt er voor de derde nog gespaard. Die etage is nog niet meer dan een karkas. Je zou denken dat huizen goedkoop zijn hier. Maar volgens de student in Tiran zijn de huizenprijzen torenhoog. Ook weer zo’n raadsel dat we nog moeten oplossen…

Door ons museumbezoek moeten we nu op het heetst van de dag fietsen. Het is weer ergens tussen 30 en 35 graden en de zon brandt ongenadig. We vinden deze keer geen restaurant op onze route en kopen daarom maar wat te picknicken in een minimarket. Bij het afrekenen geeft de verkoper ons twee koude frisdrankjes die we niet mogen betalen.

Het is erg vermoeiend fietsen met die ziedende hitte, zelfs op deze vlakke route. We houden een lange koffiepauze op een terras in de schaduw. Als we later in de middag verder gaan is het al beter te doen. We moeten over een hangbrug. Het is een oude aftandse brug van verroest ijzer met kapotte planken. Zolang je er niet doorzakt voldoet hij, zullen we maar denken. 20 km na de koffiepauze kom ik er achter dat mijn tas met geld, pasport en rijbewijs weg is. Die moet ik daar hebben laten liggen! Ik wil meteen een auto regelen, taxi of politie of wat dan ook om terug te gaan. Willem vindt dat geen goed idee omdat het al zo laat is en we voor donker op onze bestemming moeten zijn. De wegen zijn overal onverlicht, dus dat is wel een issue.

We zijn er allebei behoorlijk chagrijnig van. Ons hotel ligt op een slechte locatie maar er blijkt wel een “rent a car” om de hoek te zijn. We reserveren alvast een auto voor morgenochtend en slapen daarna toch nog redelijk goed.

26/5 Lezhë-Shirokë 49 km (1517)

Na het ontbijt halen we de auto op. We hebben om de goedkoopste gevraagd. Aan de buitenkant lijkt het heel wat, maar binnen zie je dat hij wel een jaar of vijftien oud is. Dat geldt vast voor veel auto’s hier op de weg, al rijden er ook flitsend nieuwe rond. We moeten 40 km terug naar de koffielocatie. Hoewel de navigatie op autowegen staat, komen we bij de hangbrug uit. Hoewel het qua breedte net gaat, geloven we nooit dat de stokoude brug nog een auto kan dragen. We keren daarom en vragen het aan een omwonende. Die gebaart ons te keren en achter hem aan te rijden. Hij laat zien dat je er “gewoon” overheen kan. Op hoop van zegen gaan we er over en zakken er inderdaad niet door.

Bij de koffietent komt het hooguit tienjarige zoontje naar ons toe en gebaart dat ze mijn tasje hebben. Opgelucht bestellen we een koffie bij hem. Die komt hij serveren terwijl moeder mijn tas haalt. Tot onze stomme verbazing zien we het kereltje even later achter het stuur van een auto instappen en hard weg scheuren. Het zal de auto van zijn ouders zijn en die vinden dat blijkbaar wel gewoon. Het ventje moest staand rijden anders kon hij niet bij de pedalen. Rare lui die Albanen!

We durven de hangbrug nu ook wel weer terug te nemen, al blijft het spannend met al die losse en halve planken en uitstekende spijkers.

 ’s Middags moeten we nog even een traject fietsen naar Shkoder. Het is een vlakke route en we komen meerdere fietsende Albanen tegen. Zij hebben oude krakkemikkige kleine fietsen, maar het is een goedkoop vervoermiddel.

We zoeken een overnachtingsplaats aan het grote Shkodarmeer. Er zijn gezellige terrassen en we besluiten om hier een dag bij te komen. Even later liggen we in het verkoelende water, heerlijk!

27/5 Shirokë

We zijn echt toe aan deze rustdag. Onze nachtrust is echter, net als veel andere nachten, verstoord door langdurig hondengeblaf. Deze keer zat de hond onder ons raam en stond er ook nog een of ander apparaat dichtbij te ronken. Gelukkig konden we uitslapen en werd het ontbijt een brunch. Dat maakt hier niet uit, er wordt geen verschil gemaakt in ochtend- middag, of avondgerechten.

 We doen een wasje en gaan dan aan de wandel langs het meer. Het is een mooi rustig weggetje. De hond die we vannacht wel konden vermoorden, loopt nu gezellig met ons mee. Als we een kudde paarden en daarna koeien tegen komen, maakt de hond een ommetje en voegt zich dan weer bij ons. Onderweg blijven we af en toe aan de grond vastplakken. We lopen dan onder een moerbeiboom. Dit zijn heerlijke zoetsappige vruchtjes, die je bij ons alleen gedroogd kan kopen.

28/5 Shirokë-Rijeka Crnojevica 75 km (1592)

Vandaag wordt het iets minder heet om te fietsen, 27 graden. We hebben twee route opties, met in beiden 1500 hoogtemeters. Op een hiervan gaat echter ook halverwege een trein dwars door de 1000 meter hoge berg. Die optie vinden we een stuk beter! Tenslotte moeten we ook nog een Balkan treinbeleving aan onze reis toevoegen. En morgen krijgen we alsnog een bult van 1000 meter, maar dat is morgen…nog ver weg.

We fietsen in de vroege ochtend richting de grens met Montenegro. Dit zijn helaas onze laatste uurtjes in Albanië.

Het was een mooie ervaring om door dit land in ontwikkeling te fietsen. Maar de vriendelijke gastvrije Albanen zullen hopelijk hetzelfde blijven.

Hebben we iets gemist hier? Een ding zeker: gebak bij de koffie. Dat hebben ze nergens. Een glas gekoeld water kregen we er altijd standaard bij, dat is ook lekker bij deze warmte. Maar soms hadden we zo’n trek in wat lekkers na een intensieve tocht!

We redden een overstekend babyschildpadje en maken onze laatste LEK’s op met koffie en wat boodschappen. Dan fietsen we langs de douane Montenegro in. Na een aantal kilometers zien we de eerste verschillen: een grote supermarkt en straatverlichting. Beiden niet gezien in Albanië.

Richting Bar fietend komen we aan de verkeerde kant van het spoor uit voor het treinstation. De onderdoorgang is echter in gebruik genomen als afvalstortplaats, dus we moeten over de rails klauteren.

Hier gaan we jaren terug in de tijd met oude stoomtreinen. We kopen tickets naar Virpazar en hopen dat onze fiets in de trein past. We hebben nog ruim tijd voor een lunch. Montenegro is geen EU lid maar heeft wel euro’s. Het is hier nog steeds goedkoop, maar wel duurder dan Albanië. Het OV kost bijna niets. De fiets kan mee en na een half uurtje treinen door de tunnel zijn we er. Virpazar is een uitvalsbasis voor toeristen. We zien hier ook meerdere fietsreizigers.

We eten nog wat en tegen vijven is het koel genoeg om nog een traject met 400 hoogtemeters te fietsen. Dit blijkt een heel mooie panoramaroute te zijn. We fietsen tussen veel groen en hoge bergen en kijken neer op het moerassige gebied van het Skadar meer dat is een natuurreservaat is.

Net voor donker komen we aan in ons apartement langs de rivier. Het blijkt weer een compleet huis te zijn. We boeken steeds de goedkoopste overnachting die we zien, maar als dat bij een particulier is dan krijg je heel veel waar voor je geld.

29/5 Rijeka Crnojevica-Kotor 58 km (1650)

We hebben weer een helletocht te gaan vandaag met 1000 hoogtemeters. Gelukkig wordt het maar 19 graden en bewolkt met regen. De weg loopt verder omhoog waar we gisteren gebleven zijn. We zien enkele gesneuvelde slangen van wel 80 cm op de weg liggen. Er steken in aller traagheid weer wat schildpadden over. Vreemd genoeg zien we er geen een die is doodgereden. Er zit een grote egel langs de kant van de weg en de mooiste fauna zien we later deze dag in een tunnel door de top van de berg. Het zijn een aantal grote nachtvlinders met een roofvogel masker op hun vleugels.

Aan het eind van de ochtend zitten we opeens in een stortbui. Dat is even wennen na zes droge zonnige weken. Helemaal doorweekt komen we aan in Cotigne en duiken een eettentje in. Bij de koffie en  lunch komen we bij van de klim en drogen weer op.

In de middag bereiken we het hoogste punt van 1000 meter. We hebben geen regen meer gehad en het klimmen was goed te doen. We rijden nu door heel ruig rotsig gebergte. Een soort Lord of the rings landschap. Montenegro doet zijn naam eer aan hier, de bergen in de verte lijken zwart. Na een tunneltje door de top kunnen we eindelijk afdalen.

Het begint te onweren en wolkenflarden waaien tussen de bergen door. Het maakt het landschap misterieus en spannend. Na weer wat stijgen gaan we uiteindelijk een heel lange afdaling met 25 haarspeldbochten in. De uitzichten zijn spectaculair, wat een prachtig land is dit!

De bochten zijn genummerd en we zijn erg blij dat we de Balkanroute in omgekeerde volgorde doen en dus kunnen aftellen van 25 tot 1. Helemaal beneden komen we aan in Kotor dat in een baai ligt. Het is een heel oude stad met smalle steegjes tussen stadsmuren. Op het plein is koffie met gebak te verkrijgen…dat hebben we echt verdiend nu! Er zijn hier veel toeristen. Wij blijven hier ook voor de nacht.

30/5 Kotor-Dubrovnic 91 km (1741)

Het wordt 24 graden en halfbewolkt, genoeg reden om niet te haasten vanmorgen. We wandelen nog een rondje door de steegjes van het middeleeuwse Kotor, dat op de Unesco werelderfgoedlijst staat. Er is waarschijnlijk net een cruiseschip toeristen gelost, want het is opeens vol groepen die achter een gids aan sjokken. Het stadje is zo mogelijk nog toeristischer dan Venetië, het bestaat alleen nog maar uit winkeltjes en horeca. Buiten de stadsmuur staan files, waar wij langs fietsen naar rustiger oorden.

Aan de andere kant van de baai slingert een rustig weggetje langs het water met mooie uitzichten op de hoge bergen, met aan de voet een enkel klein stadje. We kopen een ontbijtje dat we op een strandje opeten en fietsen dan door naar de veerpont die ons van deze landtong naar de overkant vaart.

De pont moet wachten op een Noors cruiseschip. Dit is toch wel een van de ergste gedrochten die onze welvaart heeft voortgebracht. Het varend flatgebouw detoneert zó vreselijk in de mooie baai en de stadjes lijken tot Madurodamformaat te krimpen.

We vervolgen onze weg langs de kust. Alles is hier ingericht voor het toerisme, maar wel kleinschalig. Het is nu echter nog opvallend rustig. Dit is ons laatste traject in Montenegro, we fietsen straks de grens over naar Kroatië. Montenegro is een prachtig land dat voornamelijk bergachtig is. Aan de bouw zie je veel invloeden vanuit het verleden. Het is een modern land, maar heeft nog de charme van de eenvoud.

We hadden nog geen eindpunt bepaald voor vandaag. Als we de grens met Kroatië overfietsen, zien we dat Dubrovnik nog 45 km is. Hoewel het al eind van de middag is, besluiten we hier toch maar meteen heen te gaan.
Het is een schitterende route. Eerst door de bergen en later iets meer vlak door een gebied met wijnbouw en andere kleinschalige lapjes land- en tuinbouw. Het avondlicht maakt het nog mooier. Als het begint te schemeren hebben we nog ruim 18 km te gaan. Hoewel we flink moe zijn, trappen we stevig door omdat het snel donker wordt. Vlak voor de stad blijken nog een paar flinke bulten te liggen die we over moeten. Bekaf komen we aan bij ons guesthouse. Een ongeplande 91 km gefietst en dat na die zware bergbeklimmingen van gisteren. Morgen rustdag!

31/5 Dubrovnik

We zitten in een guesthouse met uitzicht over een deel van de stad. We hebben een royaal balkon met schaduw en daar vermaken we ons voorlopig met weinig doen.

Tegen het eind van de middag gaan we even zwemmen in de zee en dan wordt het toch wel tijd om de oude middeleeuwse stad te bezoeken. Dit is Unesco werelderfgoed en er komen dus veel toeristen op af, ook doordat het een filmlocatie van Game of thrones was.

De oude stad ligt aan de haven en is volledig ommuurd. Het is inderdaad indrukwekkend! Er zijn veel mooie smalle steegjes en veel trappen. In de lucht boven het centrale plein vliegen op dit tijdstip enorm veel zwaluwen.

Je kan ook nog over de stadsmuur wandelen maar dit blijkt door openingstijden beperkt. Jammer, te laat. Maar dit is onze rustdag, dus misschien ook maar beter zo.

1/6 Dubrovnik-Ravno 55 km (1855)

In het iniminiwinkeltje om de hoek kopen we brood, kaas en tomaten voor ons vroege ontbijt op het balkon. Dan het gebruikelijke ritueel van zonnebrand smeren en de fietstassen weer inpakken. Het is al warm als we wegfietsen. We komen langs de haven van Dubrovnik waar enkele cruiseschepen aangemeerd liggen. Ze braken continue hun scheepsdieseldampen over de kleine stad uit. We zijn gelukkig al snel weer in de natuur en moeten vandaag meteen al een berg op van 400 hoogtemeters. Aan het eind van de klimtocht zien we tot onze verrassing een douanepost. We gaan alweer een grens over en we moeten even kijken welke nu weer. Bosnië Herzegovina. We krijgen een stempel in ons paspoort en mogen door. Gelukkig accepteren ze alle munten die gangbaar zijn in de buurlanden en we kunnen dus zonder Convertable Marks toch een koffie bestellen.

Onze fietsroute gaat hier verder over een in onbruik geraakte spoorlijn, de Ciro. Het traject is slordig geasfalteerd maar wel vlak. De oude stationsgebouwen staan nog langs het traject. Het zijn karkassen die soms door koeien als stal in gebruik zijn genomen. We komen tientallen kilometers alleen maar een enkel verlaten dorpje tegen. De jeugd is lang geleden al vertrokken en de ouderen inmiddels overleden, op een enkele laatste na.

In dit gebied is veel gevochten tijdens de oorlog van 1991-1992. Er liggen nog steeds mijnen dus we moeten op het pad blijven.

We fietsen langs een grot waar net een schoolklas naar binnen gaat. Vlak hierna zien we een groot terras bij een gerenoveerd stationsgebouw. Hongerig en dorstig ploffen we neer en krijgen meteen koud water en een lokale borrel van de zaak. We eten een stevige warme maaltijd en na de koffie gaan we op advies van de ober naar de grot, die genomineerd is voor de Unesco erfgoedlijst.

Doordat er gaten in de berg zitten tot in de grot, komt er ijskoude lucht uitwaaien. Het is maar 11 graden binnen maar met de uitgereikte jas is het te doen. Het is een erorme grot met waterbassins waarin de Proteus Anguinus leeft, ook wel de Human fish genoemd omdat deze zo oud wordt als een mens. Hij heeft zowel longen als kiewen, geen pigment en is blind en kan jaren zonder eten door nauwelijks te bewegen. Hij heeft vier pootjes en wordt max 30 cm lang. Onze gids is zelf onderzoeker en maakt vaak duiken om het dier te observeren. We kunnen een jong exemplaar zien in een ondiep bassin.

We hebben nog maar 5 km te gaan maar het spoorpad is nu gravel, dus dat gaat niet snel. Ook moeten we nog een spoortunnel door. Het is er heel laag en we horen vlak boven ons vleermuizen fladderen en geluiden maken. Als ik mijn hoofdlamp er op richt zien we er duizenden tegen het dak aan geplakt. Hele plakkaten vleermuizen zitten er. Ik doe maar snel mijn lamp weer uit om hen niet compleet te verblinden.

 We komen in het dorpje Ravno waar een hotel is gemaakt van het oude station. Hier blijven we om te overnachten.

Ravno is tijdens de oorlog in 1991 door het Joegoslavische leger aangevallen en vernietigd. Dit was het begin van de oorlog en etnische zuiveringen in Bosnië en Herzegovina door de Serven.

2/6 Ravno-Capljina 55 km (1855)

Bij het ontbijt buiten zitten we naast een  Nederlandse twintiger die een half jaar aan het fietsen is.

We fietsen door het dorpje Ravno. Er is een man aan het klussen en we vragen of hij er woont. Hij is hier wel opgegroeid maar net als bijna iedereen naar Dubrovnic vertrokken om te wonen en werken. In het weekend komen ze geregeld terug voor de rust. Hij vraagt ons op de koffie, maar deze hete dag lijkt het ons beter om nu eerst kilometers te maken. We hebben de rest van de dag spijt dat we deze mogelijkheid van persoonlijke verhalen van een man die hier veel heeft meegemaakt, afgeslagen hebben. Daar hadden we dat uurtje extra hitte wel voor over gehad.

We vervolgen het treintraject weer. Net als gisteren fladderen er enorm veel vlinders om ons heen. We zwemmen in een spaarbekken dat voor de bevloeiing dient van het Popovodal waar agrarische producten groeien.

Daarna komen we door Hutovo. We zien de karkassen van acht grote hallen, maar het is niet te zien waar deze ooit toe dienden. Verderop is een koffietentje in een enorm afbraakpand. Een man zegt dat het een school is geweest waar hij zelf nog opgezeten heeft. En het karkas ernaast was de oude school. Verder gaat zijn Engels helaas niet. We kijken er met verbazing naar. Ik tel wel 20 lokalen, terwijl deze omgeving nu nagenoeg onbewoond is.

We zien enkele gedenktekens met de namen van meestal jonge mensen die zijn gestorven in de burgeroorlog.

De route is erg mooi maar het wordt heter en heter. Langs een mooie turqoise rivier drinken we wat en koelen af in het koude water van de Neretva. Deze rivier wordt gevoed door een ondergrondse bron die 43000 liter per seconde ophoest met een constante temperatuur van 10 graden. Een restaurant zijn we nog steeds niet tegen gekomen. We kopen dus maar wat in een winkeltje en eten dat buiten in de schaduw op. Rond vieren komen we aan in Capljina waar we een hotelletje vinden.

We doen het dagelijkse handwasje dat kan uitdruipen op het balkon.

Als we net buiten aan tafel zitten bij een restaurant krijgt Willem een bloedneus. Die wil maar niet stoppen dus hij gaat even terug naar het hotel. Omdat we zó weinig hebben gegeten vandaag bestel ik mijn eten alvast maar. Gelukkig schuift Willem later weer aan.

3/6 Mostar

We zitten vrij dicht bij het Bosnische Mostar. Dit ligt niet op onze route en we bezoeken de stad daarom vandaag met het OV. Mostar is veel in het nieuws geweest vanwege de verwoesting in 1993 van de 400 jaar oude voetgangersbrug Stari Most over de rivier de Neretva. De brug ligt in het historische moslimdeel van de stad en was het symbool van de multiculturele Mostar waar moslims, katholieken en orthodoxen in harmonie samenleefden. De brug verbindt deze wijk met de overkant waar voornamelijk Bosnische Kroaten wonen. De Kroaten verdedigden Mostar in eerste instantie samen met de moslims tegen de aanvallende Serviërs, totdat zij zich ook tegen de moslims keerden. Zij vernietigden de brug, dat als gewraakt symbool werd gezien van de Turkse invloed.

Als we uit de bus stappen lopen we eerst dwars door de stad. Het centrum lag grotendeels in puin en er staan nog vrij veel karkassen op afbraak te wachten. In die 30 jaar is natuurlijk al veel vernieuwd, maar er zijn ook nog veel kogelgaten te zien.

Opvallend is het mooie grote okergele gebouw “Het Gymnasium” in Ottomaanse stijl.

De Stari Most brug is door Turkije met hulp uit diverse landen en fondsen herbouwd met gebruik van een deel van de orginele stenen. We zijn vroeg en hebben de brug bijna voor onszelf.

We krijgen een korte rondleiding van een gids die veel te veel geld vraagt waarvan wij veel te weinig afdingen. De temperatuur is rond de middag al opgelopen naar 35 graden in de schaduw.

’s Middags bezoeken we het Museum of War and Genocide. Met films, verhalen en attributen wordt hier de oorlog getoond die in dit deel van ex-Joegoslavië is uitgevochten. Tienduizenden doden zijn er gevallen met als dieptepunt de afslachting door Serven van duizenden moslims in de dorpen en de opgerichte concentratiekampen.

We herkennen veel van TV. Het was destijds, en is nog steeds, een nauwelijks te begrijpen oorlog. In bijna alle deelrepublieken is gevochten, soms heel kort, soms enkele jaren, door allerlei etnische groepen. Vooral de haat tegen de moslims begrijpen we niet. Ze zijn heel gematigd hier. Als we met de trein de stad weer verlaten zien we een enorme islamitische begraagplaats, herkenbaar aan een soort “menhir” bij elk graf.

4/6 Capljina-Korcula 75 km (1930)

De wekker gaat half 6, want we moeten de ferry halen. We fietsen de 35 km naar Ploce door mooi heuvelig landschap. Onderweg kruisen we de grensovergang en zijn we weer in Kroatië. Het is weer vroeg warm en het zweet druipt al weer van ons lijf.

Aan het eind van de ochtend meren we aan op het schiereiland. Deze fietsen we met een slinger over om vervolgens over te varen naar het eiland Kurcula.

Het is maar 32 km maar er zit wel 850 m stijging in. Het is een superrustig weggetje maar wel vrij saai. Het is vooral heel erg groen en er zijn veel vlinders. Het groen is vrij laag en biedt geen schaduw. We hebben alle weken dat we onderweg zijn al warm zonnig weer. Maar de laatste weken is het wel echt te warm hier voor de tijd van het jaar. Ook ’s nachts koelt het maar weinig af.

Er is slechts een heel enkel klein dorpje beneden aan de kust en er is veel wijnbouw.
Als we een stuk steil grof gravel krijgen, lukt het mij niet meer omhoog te komen. Ik ben al veel aan het schelden vanmiddag, op de hitte, op wéér zo’n kutberg, op deze reis, op Erik (de routemaker), op Willem…en waar blijft trouwens dat terras? Kortom, ik ben er wel even klaar mee!

Als we boven komen, komt net een Maastrichts jong stel vanaf de andere kant. De vrouw zegt niet veel en gaat verderop in de schaduw zitten. Haar vriend vertelt dat ze er even doorheen zit. Nou, ik kan helemaal met haar meevoelen! En zij zijn ook nog zwaar “zelfvoorzienend” bepakt. Als we naar beneden stuiteren, zien we wat een geluk wij nog hadden. Aan de andere kant van de helling is het graveltraject veel langer!

Aan het eind van de middag komen we eindelijk beneden aan bij de zee en kunnen we ons vieze plaklijf schoonzwemmen. Er is zelfs een stranddouche.

We missen helaas de boot zodat we met de volgende pas tegen donker aankomen in het mooie historische plaatsje Kurcula. Dat moeten we morgenochtend dan maar even bekijken.

5/6 Korcula-Vela Luka 56 km (1986)

We lopen al heel vroeg door Kurcula. Dit mooie 500 jaar oude stadje van witte kalksteen is omringd door de zee. De steegjes zijn maar zo’n 1,5 meter breed en er is natuurlijk een plein met kerk.

Hoewel het pas 8:00 uur is voelen we de warmte al. Het zal weer royaal boven de 30 graden worden, dus we vertrekken maar snel.

Korcula ligt op een mooi gelijknamig eiland. Ook hier weer bergen en veel wijnbouw, maar ook meer dorpjes. De route is veel afwisselender dan gisteren. We kiezen van de twee routeopties de makkelijkste zodat we “maar” 850 meter hoeven te klimmen.

Na 52 km zijn we aan de andere kant van het eiland en weer bij zee. Dat is toch altijd een fijne afsluiter van de dag! We zoeken opgefrist ons apartement op. Vroeg naar bed want om 6:15 gaat de ferry en keren we terug naar het vasteland.

6/6 Vela Luka-Sibenik 29 km (2015)

De wekker gaat 5:15 en bij een kop thee pakken we onze spullen in en fietsen naar de ferry. We moeten voor het eerst ook voor onze fietsen betalen, dus terug naar het ticketoffice. Kroatië is duurder dan de vorige landen die we hebben bezocht. Bij het Kuna’s pinnen in toeristische gebieden rekenen ze bijna 10% commissie! Betalen in cash euro’s kan ook bijna overal, maar dan moet je die dus wel bij je hebben.

Na 2,5 uur varen komen we aan in Split, een grote stad aan de kust. Het blijkt een toeristisch transfercentrum waar boten aanmeren, bussen vertrekken en er allerlei tourtjes worden aangeboden. Er is ook een treinstation en er rijdt een trein naar onze volgende bestemming. We smokkelen vandaag en doen het zwaarste deel van de route met de trein. Het is een dieseltrein, mooi van binnen en bijna leeg. Hij doet kleine stationnetjes aan waar de conducteur nog een spiegelei opsteekt als de trein vertrekt. Dit spoor zal op termijn ook wel een recreatieve fietsroute worden, tenzij Europa op tijd het spoor omarmt.

 Als we uitstappen is het bloedheet. Eerst maar lunchen. We komen tegelijk binnen met een chinese reiziger. Omdat hij in Turkije woont, kan hij wel reizen. De rest van China zit nog op op slot, je mag er niet in en niet uit. Zijn ouders wonen in Shanghai en zijn na 80 dagen net uit lockdown. Ze durven echter nog steeds niet naar buiten. De enige (staats)informatie die zij horen is dat de situatie met het virus nog steeds gevaarlijk is. Volgens hun zoon wordt iedereen bang gehouden zodat ze braaf de restricties van de overheid volgen.

We hoeven nog maar 24 km te fietsen door heuvelachtig land. Dit is Dalmatië en we kijken aan tegen vrij lage enigszins kale bergen. De meeste bloemen zijn uitgebloeid, het is nu de tijd van de goudgele grassen. Ook wordt er al gehooid. Verder zijn er lapjes grond in het dal met granen en groentes. De kersenbomen hangen vol rijpe kersen en ook hier weer wijnbouw.

Op de bergen zien we de eerste windmolens weer sinds Griekenland. De Balkan is zo geschikt voor duurzame energie! Heel veel ruimte en heel veel zon en wind. De mistral trekt ’s middags flink aan en droogt als een hete fohn ons zweet op.

Onze bestemming ligt aan zee en is een mooie stad tegen een helling met een 500 jaar oud gedeelte en twee kastelen als hoogste punt.

Zwemmen in zee, wasje doen, boodschappen voor het ontbijt en eten in de oude stad. En morgen vroeg weer op, haha. Het lijkt net werk!

7/6 Sibenik-Benkovac 48 km (2063)

We zijn verrast door de enigszins frisse wind die vanmorgen al vroeg waait. We eten ons ontbijt op het balkon en vertrekken naar Benkovac. Het wordt alsnog een hete dag. De route wordt steeds mooier met weidse uitzichten.

We fietsen door gehavende dorpjes. Hier in het zuiden van Kroatië is zichtbaar zwaar gevochten in de oorlog door de Kroaten tegen de Serven.

Er staan veel onbewoonde karkassen vol kogelgaten. Maar ook huizen waar nog wel mensen wonen tonen vaak kogelgaten, soms dichtgesmeerd, maar nog steeds zichtbaar. Er zijn huizen herbouwd en ook nieuw gebouwd.

We stoppen bij een boom bomvol rijpe zwarte moerbeiën. Je moet ze meteen in je mond stoppen, meenemen is geen optie, daarvoor zijn ze te zacht en plakkerig. Ze zijn heerlijk en gezond maar je krijgt er wel heel erg zwarte kleefhanden van. En zonder gevaar is het hier ook niet. Er liggen nog steeds mijnen in deze streek. Nog jaarlijks vallen er doden in de oorlogsgebieden waar mijnen zijn gelegd.

Een stenige gravelweg heeft Willem een lekke band bezorgd. Maar met enkele keren pompen onderweg haalt hij onze bestemming Benkovac. Mijn banden gaan nog goed, sinds de aankoop van mijn fiets vijf jaar geleden heb ik nog geen enkele lekke band gehad.

Enkele herdenkingsplaatsen langs de weg zijn opgericht ter nagedachtenis van slachtoffers

Zoals altijd nemen we de goedkoopste overnachting en bij een particulier is dat meestal een heel apartement. We zijn er al vroeg in de middag en hier is niets te beleven, dus kunnen we lekker bijkomen van de drukke dagen.

Het centrum van het dorp ziet er makaber uit. Meer karkassen en verlaten huizen dan bewoonde panden. Er is een supermarkt en ook nog een restaurant met het terras vol locals.

Behalve de jongeren heeft iedereen de oorlog bewust meegemaakt en worden er zo nog dagelijks aan herinnerd.

In dezelfde periode dat hier de burgeroorlog woedde, heeft Albanië zich ontworsteld aan de communistische dictatuur. Albanië staat nu vol met onafgebouwde karkassen, Bosnië Herzegovina en Kroatië staan nog steeds vol onafgebroken karkassen. Het heeft niets met elkaar te maken maar voor ons is het wel een opvallende tegenstelling.

8/6 Benkovac-Zadar 50 km (2113)

Het is zowaar bewolkt vandaag en het is minder warm. Heerlijk! We hebben slechts 50 km voor de boeg door lichtglooiend landschap met de stad Zadar als bestemming. Door de stevige tegenwind is het toch geen flierefluitje.

De route is mooi. We komen langs veel fruitbomen en stoppen bij rijpe kersenbomen. Ze zijn zo rijp dat het lijkt of ze helemaal niet geplukt worden. We eten er een heleboel. De boom hangt zo vol dat het verschil niet eens te zien is.

Vóór Zadar komen we langs jachthavens. Er liggen enorm veel grote en kleine jachten en zeilboten. In deze buurt staan luxe vila’s. Zadar is een vrij grote stad aan zee. Er staan hier ook oude verpauperde grijze flatgebouwen voor de minder gefortuneerden. We eten wat bij het busstation waar een kauwtje op mijn geparkeerde fiets gaat zitten.

Het historische deel heeft langs de zee en brede boulevard. Aan het einde hiervan is een waterorgel. Door bepaalde openingen in en onder de boulevard veroorzaken de golven een muzikaal geluid.

Vanavond voeren groepen jongeren traditionele dansen uit op het plein voor de kerk. Elke groep draagt een ander traditioneel kostuum.

Vanuit Zadar kan je naar de Plitvice meren met de bus. Dat gaan we morgen doen.

9/6 Plitvice National Park

We zitten in een hotelletje vlak bij het busstation. We maken ontbijt en pakken onze tas in met wat warme kleding en regenjas. Er is veel regen voorspeld voor vandaag.

Het is twee uur rijden met de bus naar het Plitvice nationaal park en als we aankomen is het gelukkig nog steeds droog. We hebben voor wandelroute C gekozen die 4 tot 6 uur duurt en we hebben kaarten voor de bus terug van 17:00 uur.

Het park is erg mooi! Vele turqoise meren en meertjes die op verschillende hoogtes liggen. Het water uit de hogere meren stroomt via kleine en grotere watervallen in de onderliggende meren. De begroeing is heel groen en rondom zijn beboste bergen. Met vlonderpaden is het gebied ontsloten.

Helaas gaat het toch regenen. Eerst nog zachtjes, maar daarna komt het met bakken uit de lucht. Het is meteen een stuk kouder.

We lopen rustig aan omdat de vlonderpaden smal zijn en er vaak mensen voor je lopen. Met een bootje steken we het grootste meer over en lopen dan weer verder. Toch zijn we na 3,5 uur al terug bij de ingang.

Je kan het stuk dat de boot vaart ook zelf omlopen rond het meer. Daar hadden we genoeg tijd voor gehad maar het weer maakte het niet aantrekkelijk. We moeten dus lang wachten op onze bus, maar gelukkig is er een restaurantje waar we enigzins warm kunnen wachten.

We beseffen dat we geluk hebben gehad met al dat droge weer op de fiets, ook al was het dan te warm.

10/6 Zadar-Povljana 70 km (2183)

Jammer dat we weer verder moeten, het bed in dit hotelletje is zo lekker!

Ik heb gisteravond houmous gescoord in de grote Spar supermarkt, een lekkere kaasvervanger voor mij.

De meeste accomodaties bieden geen ontbijt, wat wij wel prima vinden, want dat kunnen we zelf meestal beter en dan kunnen we ook vroeg weg.

Houmous heb ik tot op heden niet kunnen vinden in Kroatië, te verklaren aan het gebrek aan moslims. De Balkan is echt een vlees- vis- en kaasgebied. Als veganist heb je het moeilijk hier. Vegetarisch is goed te doen, al eet je wel heel vaak dezelfde gerechten.

Het is bewolkt en het spettert licht als we vertrekken. De temperatuur is perfect en we komen na een tijdje aan in Nin. Hier zijn veel zoutpannen waar nog steeds zeezout wordt gewonnen.

De weg is dan wel redelijk vlak, we hebben een fikse tegenwind. Qua zwaarte maakt dat niet veel verschil met een berg.

We bereiken Pag, een langgerekt eiland met weinig bewoning. Onze route verlaat de hoofdweg en we komen op een kilometers lang grof bonkig gravelpad. Hier vangen we een volle zijwind en waaien regelmatig het pad af. Maar wat een bizar landschap! het bestaat uit grove kalkstenen met wat gras ertussen. Verderop ligt de zee met witte schuimkoppen. Daar achter de hoge bergen van het vaste land met de toppen in de wolken.

Er grazen kuddes geiten en schapen, dus we moeten regelmatig een hekje openen om verder te kunnen.

Af en toe fietsen we door een stukje dennenbos met door de zeewind afgetopte bomen. Hiertussen is het windstil en fladderen vlinders rond.

Het is een zwaar maar mooi traject. Een route waar je wel móet onthaasten volgens Erik van het routeboekje.

Toch zijn we blij als we weer op de grote weg het asfalt onder onze banden voelen en even uit de wind zijn. Maar dat blijkt van korte duur. De weg loopt omhoog en we vangen steeds meer wind. De rukwinden duwen ons steeds naar het midden van de weg, wat gevaarlijk is met al dat autoverkeer, zodat we uiteindelijk beter kunnen lopen.

Bovenaan staat een snackkeet bij het begin van de lange brug naar Pag. De keet is dicht en de wind beukt en bonkt ertegen. Er verzamelen zich motorrijders en nog een stel fietsers. De fietsers zijn de brug al over maar de motorrijders wagen zich er niet aan. Wij gaan het lopend doen, de andere fietsers is het ook gelukt.

We nemen het smalle looppad tussen de railing en de vangrail, dat lijkt ons het veiligst. Al snel neemt de storm alle regie over. Als een dolle beukt hij tegen ons aan en we hebben al onze kracht nodig om de railing met één hand vast te kunnen houden en met de ander de fiets vooruit te duwen. Het lawaai is oorverdovend. Willem komt nog met veel moeite vooruit, maar mij lukt het niet meer. Zodra ik de railing los laat, knal ik met fiets en al tegen de vangrail. Ik maak mij zo klein mogelijk met mijn handen op mijn oren tegen de gekmakende herrie. Terug gaan kan niet meer en verder ook niet. Zo wacht ik op redding.
Willem komt terug om mij te halen. Hij neemt mijn fiets en ik loop er diep gebukt achteraan tot we bij zijn fiets zijn, net over de helft van de brug. Willem gaat verder met zijn eigen fiets. Ik wacht eerst weer gebukt en mij vasthoudend aan mijn fiets en de railing, maar bedenk dan dat ik beter de weg op kan stappen en proberen de fiets over de vangrail te krijgen. Dat eerste lukt, het tweede is kansloos natuurlijk met dat gewicht en die storm. Maar het lukt nu wel beter om mijn fiets voort te duwen vanachter de vangrail. Met mijn fiets hang ik in een piramide en rennend lukt het nog beter zelfs, dan heeft de wind iets minder vat. Zodra ik bij Willem aankom doet hij het ook op deze manier. Zo halen we eindelijk het einde van de brug. Wat een hel! Willem heeft een aantal schaafwonden en kapotte handen en we zijn bekaf.

De weg daalt en daar is het meteen een stuk rustiger. Toch is ook hier door een valwind een aanhanger van de weg gewaaid. We zien vrachtwagens noodgedwongen geparkeerd in parkeerhavens. Een auto met caravan passeert die eerder de waarschuwende halve slagboom genegeerd heeft. Als die zich de brug op waagt dan ligt de caravan nu gegarandeerd in de zee.

Wij wisten ook niet wat de slagboom betekende en elke auto reedt er gewoon langs. Er staat ook helemaal geen informatie bij.

We komen vroeg in de avond aan in Povljana aan de luwe kant van het eiland. Het was een lange dag. Gelukkig hebben we marge, dus morgen rustdag.

11/6 Povljana

Onze rustdag hebben we goed besteed met uitrusten en een wandelingetje naar zee. Er was daar ook een strandmeertje met medicinale modder. Na het zwemmen en het modderbad hebben we in ons appartement een simpele maar heerlijke pastamaaltijd gemaakt. We zijn weer klaar voor de volgende etappe!

12/6 Povljana-Jakisnica 53 km (2236)

Er zit een dun zoutlaagje op onze fiets geplakt als we vanmorgen vroeg vertrekken. Het wordt weer 30 graden en het is nu al warm en zonnig.

De route gaat verder over het eiland Pag en is erg mooi. We komen langs zoutpannen. Pag concurreerde met Nin als beste zoutleverancier in deze regio. In vroeger dagen was zout zo waardevol dat loon zelfs in zout uitbetaald kon worden. Sal = zout en daarvan is “salary” en “salaris” afgeleid.

Op een graveltraject komen we een Zwitser tegen. Hoewel hij bergen gewend is,  vindt hij het hier toch wel zwaar fietsen met de hitte en de gravelweggetjes. Hij is eergisteren ook over een brug gefietst waar hij ongeveer hetzelfde meemaakte als wij. It was like hell! Hij had gedacht het niet levend te halen.

We komen door Novalja waar veel jongeren vakantie vieren. Onze bestemming is meer richting de veerboot die we morgen vroeg moeten halen naar het volgende eiland Rab.

We dalen steil af naar zee waar we niet veel later in liggen te dobberen. Het was maar 53 km maar toch weer zwaar, vooral door de straffe tegenwind.

13/6 Jakisnica-Porozina 59 km (2295)

Half 6 gaat de wekker en na een bak thee en de laatste boterham die we in voorraad hebben, fietsen we het ritje naar de ferry. Heerlijk koel nog, zo ’s morgens vroeg!

Er gaat maar één kleine ferry per dag naar het eiland Rab. Over Rab fietsen we 14 km naar de volgende ferry die ons naar Krk brengt. En van Krk varen we over naar Cres. Dit wordt ons laatste eiland deze vakantie  en het is weer geen platte. 1000 Hoogtemeters moeten we maken om aan de andere kant weer naar beneden te kunnen suizen tot we in zee eindigen om het zweet van ons lijf te zwemmen.

Cres is vooral groen en dunbevolkt en regelmatig hebben we uitzicht over de zee en andere eilanden.

Het is wat minder heet dan afgelopen weken, rond 27 graden.

Aan het eind van de middag komen we aan bij het particuliere slaapadres. We worden gastvrij ontvangen met een huisgebrouwen salviadrank, zelfgebakken brood met guacamole en kersen uit eigen tuin. Het huis is een rommeltje waar aan geklust wordt en onze kamer moet nog aan kant gemaakt worden. De minuscule badkamer met het enige toilet van de eigenaar moet gedeeld met de gasten. De eigenaar draait een blow van cannabis uit eigen tuin en biedt het ons ook aan.

We zijn moe en gaan vroeg slapen zodat we morgen de eerste boot kunnen nemen naar het vaste land.

14/6 Porozina-Pazin 48 km (2343)

De wekker staat op 5:00 maar een half uur eerder staan we buiten om de was uit de regen te halen. Daarna kliert een mug rond ons hoofd dus slapen is wel klaar voor vannacht.

We hebben geen eten meer in voorraad,  het wordt een kop thee met koekjes. We zijn ruim op tijd voor de ferry van 6:00 en een half uur later kunnen we op het schiereiland Istrië weer bergopwaarts fietsen. Het is bewolkt en nog koel. Dat is maar goed ook want we moeten heel wat steile hellingen op van 9% 10% en 14%.

Na 1,5 uur kunnen we koffie met een croisant scoren in een hotel en even later in een minimarkt onze picknicklunch.

We komen in een mooi glooiend landschap. De zon schijnt weer. Het is niet te warm, behalve als we nog een helling op moeten. We schatten hem op 17% omdat hij nog steiler is dan die van 14 vanmorgen. De helling is lang en we duwen met erg veel moeite onze fietsen er tegen op.

Het is opvallend dat de bermen in Kroatie een stuk schoner zijn dan in de voorgaande landen. Griekenland was echt het allerergst. En elk volgend land werd  het beter. De enige plekken waar in Kroatie veel afval ligt is rond de verwerkingsplaatsen. Die zijn niet afgedekt waardoor het plastic de weide omgeving in waait. En dat nodigt weer uit om daar dan illegaal maar wat overbodige troep bij te storten.

Halverwege de middag komen we aan in het stadje Pazin. Voor het eerst is er geen keus in slaapplaats en moeten we voor 70 euro een hotel boeken. Maar na 50 km fietsen met 1000 hoogtemeters vinden we het genoeg voor vandaag en dus blijven we.

De zo goedkoop begonnen reis wordt langzaam aan prijziger. De Kroatische kust is toeristisch en dus niet heel goedkoop. En het toeristenseizoen is ook aangevangen.

15/6 Pazin-Kaldanija 60 km (2403)

Fietsklaar zitten we aan het ontbijt en half 8 rijden we de frisse buitenlucht in. We kunnen de drukke weg snel verlaten voor een rustig landweggetje. Het glooiende landschap is prachtig met heel veel groen, bloeiende bloemen, fladderende vlinders en het ochtendconcert van de vogels. We hebben echt nog nooit zo veel vlinders gezien als in deze reis. Er fladderen er altijd wel een paar rond onze fiets en soms worden ze bijna vermorzeld tussen onze spaken.

En daar komt de eerste berg al weer op ons af. De weg gaat meteen al bijna vertikaal dus dat wordt weer lopen en duwen. Onze versgesmeerde zonnebrand druipt met ons zweet mee op het wegdek. Hierna wordt het iets minder steil en kunnen we weer fietsen. En zowaar in de schaduw van bos, dat hebben we al die weken niet meegemaakt. We fietsten wel vaak door groen, maar dat was altijd te laag om schaduw te geven.

We worden wel beloond voor de moeite want de uitzichten zijn prachtig, Istrië is heel lang in Venetiaanse handen geweest en die invloed is duidelijk zichtbaar in de bouw van de historische dorpjes op en tussen de bergen. In de 2e wereldoorlog heeft Italië dit gebied moeten afstaan aan Joegoslavië. De haat tegen de fascisten veroorzaakte direct een vlucht van de Italiaanse bewoners waardoor nu nog steeds hier en daar achtergelaten huizen leeg staan en inmiddels volledig verpauperd zijn.

Nu hoort Istrië bij Kroatië.

We komen op de Parenzana route. Dit is een oud opgeheven spoortraject dat nu een lange afstand wandel- en fietsroute is.

We hebben de tijd en bezoeken twee oude stadjes onderweg. Halverwege de middag boeken we een slaapplaats. Tot onze verrassing is er een zwembadje. Opgefrist eten we in het restaurant vlakbij. Dit wordt gerund door een Bosniak die is getrouwd met een Nederlandse in de tijd dat dit nog Joegoslavië was. Zij heeft de oorlog dus ook meegemaakt hier, al is het in Istrië relatief rustig gebleven. We vragen waar de haat van de Serven tegen de Bosnische moslims vandaan komt. Ze legt uit er in Bosnië veel succesvolle industriën waren. Uit rancune hebben de Serven dat volledig vernietigd. Maar eigenlijk is heel die oorlog nauwelijks te begrijpen of uit te leggen. Voorheen leefden alle bevolkingsgroepen vreedzaam naast en door elkaar. Nu zijn de spanningen nog steeds voelbaar.

Maar zij wonen hier wel heerlijk met veel ruimte en een eigen olijfgaard achter het huis.

16/6 Kaldanija-Koper 48 km (2451)

De eigenares van het appartement verzorgt een lekker ontbijt met eigengemaakte jammetjes.

We vervolgen de Parenzana fietsroute. We komen vaak uit bij zee en gaan net zo vaak even zwemmen. We komen langs een gebied met grote zoutpannen. Er staat in Piran ook een enorme zoutopslagloods, maar deze is niet meer in gebruik.

We zijn de grens overgestoken van Kroatië naar Slovenië. Dit land heeft zich na slechts 10 dagen buiten de burgeroorlog weten te plaatsen door zich onafhankelijk te verklaren. We zien maar een minuscuul deel van het land, toch is al duidelijk dat dit het welvarendste is van de ex-Joegoslavische landen. Het prijspeil ligt ongeveer gelijk aan ons land.

We boeken een kamer bij een particulier in Koper. We hebben rustig aan gedaan vandaag en komen vroeg in de avond aan. De kamer blijkt in een flat waar een moeder met haar zoon van een jaar of 40 woont. De zoon is overrompeld door onze komst. Hij had voor de grap een Booking.com account gemaakt en kamers erop gezet. Hij was stomverbaasd dat daar meteen op geboekt was. Wij hebben echter al betaald en geen alternatief dus we mogen blijven en ze gaan ruimte voor ons maken. Moeder gaat in de woonkamer slapen op de bank, dat deed ze toch al vaak als ze tv keek. Er is een kamertje met een bedbank voor een persoon. En dus de slaapkamer van moeder waarin we intussen de fietsen al hebben mogen parkeren. De inrichting van de flat is armoedig.

Druk pratend en zwetend vraagt de zoon of we wat willen eten, dan kan moeder misschien wat maken. Hij geeft alvast opdracht aan haar in het Sloveens. Moeder reageert verontwaardigd. Ze spreekt geen woord engels dus kon het gesprek al lang niet meer volgen. Ze kijkt de situatie met verbaasde ogen aan.

We zeggen dat we in het centrum wat gaan eten en daar zijn ze opgelucht over.

Zo zien we ook nog wat van Koper, dat een mooi oud centrum heeft met pal daarnaast een containerhaven. Op het plein jamt een jazzband waar we nog even naar kijken.

Als we weer in de flat komen, zijn de bedden klaar en gaan we meteen slapen.

’s Morgens vertrekken we vroeg zonder ontbijt en de bewoners zijn duideijk blij dat we weer gaan. De zoon zei dat hij zijn account bij Booking meteen weg zou halen, maar dat moeten we nog zien. Hij zal ook wel gemerkt hebben dat het makkelijk geld verdienen is zo….

17/6 Koper-Cervignano 75 km (2526)

Van de Sloveense grens fietsen we ongemerkt Italië in. Geen paspoortcontrole deze keer, gewoon van EU naar EU land.

De Parenzena route eindigt in Muggia. Hier nemen we de ferry tot de noorzijde van Triest. Dat is maar een klein stukje varen maar daamee omzeilen we de drukke stad. Vanaf de ferry zien we bizar veel grote kwallen. Mijn twee zonnebrillen zijn tegelijk stuk gegaan, dus moeten we toch Triest nog even in voor een nieuwe. De stad heeft indrukwekkend mooie gebouwen maar het verkeer is zo druk dat we er snel weer weg willen. Waar zijn al die zonnebrilverkopers als je ze nodig hebt? Maar uiteindelijk vind ik er een in de New Yorker kledingwinkel.

We vervolgen de kustweg richting Venetië. Stranden zijn hier niet, maar er is een kade langs het water en rotsen en overal liggen mensen te zonnen en zwemmen.

De overnachtingen zijn megaduur in deze omgeving en alles is vol. We vinden via Booking.com toch nog een betaalbaar hotel, 30 km verderop. We hebben voor de wind en overbruggen de afstand in recordtijd. Vroeg in de avond komen we aan en eten in het restaurant van het hotel. We zijn nu wel meteen een stuk dichter bij Venetië.

18/6 Cervignano-Portogruaro 58 km (2584)

We hebben nog twee dagen om in Venetie te komen. We zitten naast het treinstation en dat is dus een optie. Maar omdat we tijd hebben, besluiten we toch 50 km te fietsen vandaag en we zoeken een route die niet te druk is.

Het blijkt uiteindelijk een verkeerde keus te zijn. Italie is toch gewoon een vervelend fietsland als je van A naar B moet. Je komt altijd weer op drukke wegen terecht tenzij je echt gigantisch omfietst. En met de hitte erbij maken we het onszelf veel te moeilijk. Het probleem is dat we elkaar niet remmen hierin.

We komen dus weer laat en moe en bezweet aan in het stadje Portogruaro. Het is een mooi relaxed stadje. Als we zitten te eten, komt er een hele stoet bewoners, jong en oud, op de fiets langs. Er blijkt een fietstocht uitgezet en het plein is klaar voor het feest na afloop.

Ik ga nu eindelijk maar eens een Aperol bestellen. Dit is de nationale drank hier tegenwoordig. De oranjekleurige drank zagen we vorig jaar in Italie al op de terrassen op alle momenten van de dag. Het smaakt vooral naar de ouderwetse oranje aanmaaklimonade van vroeger. En als je opstaat dan voel je dat er ook nog alcohol in zit, net zoveel als in wijn.

Het koelt nauwelijks af in de avond. Wij hebben geen fut meer voor voor het feestje, hadden we de trein maar moeten nemen. Terwijl we in bed liggen horen we de uitgelaten stemming en vallen er probleemloos bij in slaap.

19/6-21/6 Portegruaro-Mestre-Pijnacker 38 km (2622)

Het laatste stuk naar Venetië nemen we de trein. We hebben een hotel vlakbij het station in de wijk Mestre. We zijn er al voor de middag en hebben dus twee dagen te spenderen hier. Jammer dat we deze tijd niet eerder in de reis hebben gebruikt, want in Mestre heb je niet veel te zoeken, behalve als je naar Venetië wil. We hebben echter geen zin meer om naar die drukke toeristenstad te gaan, dus hangen we twee dagen rond in de lounge van het hotel of buiten op de loungebanken. Er is genoeg te zien. Af- en aan komende reizigers zijn fascinerend om naar te kijken, met een koffie of biertje kan je dat uren volhouden. Er zijn veel jongeren bij.

We beginnnen 18:00 uur dus al helemaal uitgerust aan de terugreis met de Flixbus. Hoe zal dat bevallen? De avond gaat prima. De chauffeur is wel chagrijnig. De mondkap moet op en de schoenen mogen niet uit. Gelukkig wordt hij al vrij snel gewisseld en kunnen de mondkappen weer af en de schoenen uit.

We hebben mooi uitzicht op de hoge bergen van de Dolomieten. Ik zie al een mooi bergwandelgebied aan ons voorbij trekken voor een volgende keer.

Zittend slapen is natuurlijk geen pretje. De bus maakt ook nog zoveel stops bij afzet/ophaalpunten dat je steeds weer klaarwakker bent. Maar verder is het wel relaxed om zelf niets te hoeven doen. En het is onwaarschijnlijk goedkoop.

Ik lees de hele reisblog terug voor de herbeleving. We kijken terug op een mooie reis die wel veel zwaarder was dan verwacht. Dat lees ik ook wel terug in de verhalen. We zijn niet alleen veel landsgrenzen overgestoken, maar ook regelmatig onze eigen fysieke grens. Volgende keer mag het wat relaxter om meer te kunnen genieten en niet alleen maar onderweg te zijn.

Leuk als je onze belevenissen gevolgd hebt al die tijd!